Hemelvaart
Met Hemelvaart herdenken we Jezus’ opstijgen ten Hemel. Hij is weggegaan, maar vroeg om Zijn werk voort te zetten hier op aarde. Wij dienen Jezus’ boodschap verder te zetten in ons handelen en in ons wezen.
Het verhaal van Hemelvaart is niet dat Jezus zich in de dampkring doorboort. We hebben wel het beeld dat de Hemel zich boven ons hoofd bevindt, een mooi beeld. De gelovige betekenis van de hemel is dat Jezus zich, volgens de evangelist Lucas, bij Zijn Vader bevindt. Hoe en wat: daarop blijft de evangelist zich schuldig. Hij zetelt aan de rechterhand van de Vader. De betekenis is eerder te zoeken niet in de locatie maar de in de figuurlijke betekenis van iemands rechterhand te zijn. Jezus, tijdens zijn aardse leven, handelde te midden van een kleine groep mensen: zijn apostelen. Hij, Jezus, bracht wel een grote menigte mensen samen. Door de Hemelvaart van Jezus opereert Hij voortaan nu te midden van ons allen, een grote menigte. Hij is te midden van ons allen: maak al de volkeren tot Mijn leerlingen, leer hen alles te onderhouden en Ik zal met u zijn, alle dagen. Hemelvaartsdag is ook dat Jezus niet meer verschijnt aan Zijn leerlingen, maar Hij blijft voortaan midden onder ons. Een verruiming van de apostelen naar ieder van ons, ongeacht wie: daarbij is Jezus te midden van. Jezus is opgestegen ten Hemel. De Handelingen van apostelen spreekt over een wolk die Hem aan hun zicht onttrok. God zal doorheen de schrift vaak afgebeeld, tegenwoordig gesteld worden door een wolk: God verscheen aan Mozes in een wolk; God trok in de woestijn voor het volk uit in de gedaante van een wolk; bij de doop van Jezus en op de berg Tabor klonk uit een wolk Gods stem.
Hemelvaart betekent niet dat we van Jezus af zijn, Hij geeft ons de aarde die we mogen bewerken in rentmeesterschap. Maar bezitten we de aarde? De aarde is een gemeenschappelijk goed, een goed voor ons allen door God gegeven. De hemel daarentegen die wordt ons beloofd, maar die bezitten we niet. De hemel ligt niet in onze handen, de aarde wel, maar dan met een opdracht.
Op Hemelvaart herdenken we ook Rerum Novarum, de encycliek van Paus Leo XIII van 1891 omtrent het arbeidsvraagstuk, omtrent de verhouding tussen arbeid en kapitaal. De tekst behoort tot de sociale leer van de Kerk, een verkondiging van het evangelie van Christus, een uitdrukking van Gods liefde voor de wereld, dat ieder broeder en zuster in Christus is. Een grenzeloze liefde van God voor de wereld, ongeacht wie je bent. Jezus verkondigde aan allen, tot het uiteinde van de aarde. Rerum Novarum is de start geweest van de sociale leer van de Kerk, waaruit tal van sociale encyclieken zijn voortgekomen. Ze vonden hun basis in deze encycliek. Rerum Novarum is de basis van de christelijke verenigingen, de vakbonden die opkomen voor de arbeiders en bedienden. De vrijheid van vereniging vindt alsook haar oorsprong in deze encycliek. Veertig jaar later zal paus Pius XI de encycliek Quadragesimo Anno uitvaardigen waarin hij herinnerde aan de principes van Rerum Novarum en opriep om deze te respecteren. De arbeider werd voortaan eveneens gezien als fundament voor zijn gezin, loon staat tot de noden van de arbeiders en tot dat van hun gezin. De jaren die volgen, hebben verschillende pausen encyclieken uitgevaardigd die de sociale leer van de Kerk onderstreepten.
(Jan Van Achter)