Woordje van de deken bij Pinksteren
Pinksteren, vijftig dagen na Pasen, wil ons bevestigen in de bevrijding die met Pasen aan ons gebeurde. Niets of niemand kan ons verwijderen van onszelf, van elkaar, van de Heer. Pinksteren is dan ook het feest van ‘verbondenheid’ tussen mensen, tussen allen die Jezus als vriend hebben, tussen God en mens.
Veertig dagen vóór Pasen was er Aswoensdag. Veertig dagen lang stonden we in onze eigen vergankelijkheid, in onze eigen kwetsbaarheid. Beseffend dat het leven niet af is, zolang er onrecht is, uitbuiting en onderdrukking, zolang er mensen zijn die lijden, verdriet hebben en pijn.
Maar als christenen berustten we niet bij de situatie. We geloofden dat het anders kan. Langsheen het pad van ‘breken en delen’ wilden we op weg naar Pasen, iedereen laten voelen dat ze erbij horen, dat ze plaats hebben in de gemeenschap. En wat meer is: de hoop en het geloof in een hemelse toekomst werd door Jezus bevestigd met Pasen. Ook al worden mensen gekruisigd, ook al wordt solidariteit en nabijheid gedood onder de valse gedachte dat het niets uithaalt, Jezus bevestigde dat er ondanks alles een toekomst is. Het graf is leeg, Hij is Verrezen, Hij leeft midden tussen ons.
In tal van verschijningsverhalen tijdens de paastijd mochten we thuiskomen in de worsteling van mensen met hun geloof, met hun Godsbeeld, met hun christenzijn in de maatschappij. Verhalen en worstelingen die soms zo herkenbaar zijn in het leven van mensen vandaag, in ons leven!
En nu vieren we Pinksteren. We zijn geen mensen van het verleden. We zitten niet opgesloten in een grafplaats zonder uitzicht. Het licht van de paasnacht mag stralen, uit ons hart vandaan. We zijn geroepen en gezonden om een lichtpuntje te zijn op de weg van mensen.
Maar de gebeurtenissen om ons heen, mensen om ons heen, maken ons soms zo angstig dat we ons opsluiten in het veilige geborgene van onze thuis. Zoals de leerlingen achter hun gesloten deuren. En toch zijn deze eerste christenen geen kleingelovigen. Ze hebben al een ganse weg afgelegd: ze zijn samen na de verstrooiing van Goede Vrijdag. Er is ‘verbondenheid’ maar in angst. Jezus is niet kwaad, Hij spreekt geen oordeel. Zijn eerste woord is ‘vrede’. De vrede die met Pasen ontlook uit het gebeuren dat niets het leven kan doden, die vrede ademt Jezus over ons uit. Hij volbrengt het verhaal uit de Bijbel: ‘Sluit je op, maar wees graankorrel in de akker gelegd. Hij volbrengt het verhaal uit de Bijbel: ‘Ontvang de heilige Geest en breng verbondenheid tussen mensen en volkeren’.
Als christenen hebben we inderdaad een zending te vervullen. Namelijk Jezus laten verrijzen doorheen ons ‘opstaan’, opdat Hij mensen kan raken en aanraken. We doen dit vanop ‘ooghoogte’. We zien niet neer op onze naaste, waardoor hij vernederd wordt. We zien niet omhoog naar onze naaste, waardoor we onszelf vernederen. Op ooghoogte zijn we elkaar nabij: als gelijken, evenwaardig, allen vervuld met de kracht van de heilige Geest. Het lijkt gemakkelijk, maar dat is het niet. God laat het niet bij woorden: Hij komt op ooghoogte, Hij wordt mens in Jezus, naast ons.
Beste gelovige in de parochie, in de pastorale zone, in ons dekenaat. Velen onder ons hebben een zending aanvaard en doen mee aan pastoraal, aan het herderen van mensen. Wees niet bang, Hij is mét ons, iedere dag opnieuw. Laten we in zijn Geest mensen nabij zijn met liefde en zorg. Zo zal de paasvreugde en de paasvrede geen gebeuren zijn van één dag, maar van elke nieuwe dag. Laten we vooral mensen samenbrengen uit welke verstrooiing ook en één gemeenschap vormen in verbondenheid met elkaar. Ook al moeten we eerst misschien een ‘verband’ leggen op een wonde, op een kwetsbaar: in ons hart, in het leven van mensen, in onze gemeenschap. ‘Vrees niet, Hij is met ons’. Laat dit geloof je vormen tot een Pinkstermens, tot een mens die vrede en vreugde uitstraalt, rust en kalmte, hoop en toekomst.
Heer,
Jij kijkt me recht in mijn ogen
en fluistert me toe:
‘Jou wil ik erbij,
met jou en in jou, wil Ik verrijzen,
vandaag en morgen,
om mensen nabij te zijn,
om mensen opnieuw thuis te brengen
bij de diepste bron van hun bestaan.
Adem heilige Geest in mijn hart
en ik zal opstaan, verrijzen,
om mensen nabij te zijn,
om verbanden te leggen op wonden en kwetsuren,
om verbondenheid te maken tussen mensen
tot een gemeenschap
die thuishaven wil zijn voor velen,
bron van leven,
oase van vrede en vreugde,
ruimte met voldoende voor iedereen.
Amen.
(©cp)
---