Pinksteren
Een Pinksterbeleving
In de evangelielezing van Pinksterzondag lezen we in de drie liturgische jaren A-B-C steeds uit het evangelie van Johannes, Johannes hoofdstuk 20 vers 19 tot en met 23. In het evangelie wordt beschreven hoe de leerlingen van angst begeven voor de Joden, zich opsluiten en toch Jezus binnenkwam en hen Vrede wenst. Vervolgens toont Hij, Jezus, aan de leerlingen zijn handen en zijde, namelijk Zijn wonden. Nogmaals herhaalde Hij: “Vrede zij u.” Hij zond hen en blies over de leerlingen opdat ze de Heilige Geest zouden ontvangen. De Heilige Geest kwam over de leerlingen, opdat ze begeesterd zouden raken van de woorden die Jezus gedurende die drie jaar waarbij ze op pad waren met Hem hadden gehoord, ze nu zelf deze woorden verkondigen en Zijn daden zelf zouden stellen. Opdat de leerlingen de zonden van de mensen zouden kunnen vergeven om vrij van zonden toe wensen.
De boodschap van het evangelie is dat Jezus Zijn leerlingen uitzond en daarvoor hen de kracht van de Heilige Geest gaf.
Van angst verlost
De kracht van de Heilige Geest hiervan kunnen we ons een beeld schetsen uit de eerste lezing. De Heilige Geest die ons voorgesteld wordt: komende vanuit de hemel als een gedruis of een hevige wind die opstak opdat heel het huis waar de leerlingen teruggetrokken waren, vervulde met een vuur, in tongen verdeeld, dat op ieder van de leerlingen zich nederzette. Met als gevolg dat de leerlingen begonnen te spreken in vreemde talen. Zodat iedereen die een vreemd taal sprak, zich hoorde spreken in zijn moedertaal over Gods grote daden. Een duidelijk verschil met de leerlingen die aan het begin van het evangelie nog bevangen waren van angst en zich opsloten voor de Joden. Èn nu treden deze leerlingen naar buiten, geen angst meer en allemaal bevlogen van een vreemde taal.
Pinksteren anno 2023
Wij in ons leven, zijn wij ook soms niet een beetje bevangen van angst, teruggeplooid om onszelf. Vaak voor de vrees die niet komen zou. Dan horen we medemensen of zien een voorbeeld van iemand, die ons inspireert en toont dat het anders kan. Dat de verandering in ons leven kan geschieden als wij dat zelf willen. We veranderen doordat we begeesterd worden. De Geest je kan hem niet vangen, hij waait waar hij zelf wil. Hem vasthouden gaat ook niet. Waar hij gaat is ook zo’n mysterie. Zo ook met de liefde. Je kan ze niet vasthouden, niet vangen of niet bezitten. Steeds iedere keer op keer dien je te werken opdat je de liefde kan vangen, vinden, vernieuwen en verdiepen.
(Jan Van Achter)
