Mijn stiefmoeder had een tegeltje op de schouw staan met de tekst “ik moet niet zwemmen in ’t geld, maar pootjebaden is wel gezellig”. Hoe tof zou het zijn wanneer iedereen kon pootjebaden in geld. Niemand teveel, niemand te weinig.
Zoals we in de lezingen hoorden: wat je ook doet, hoe rijk je ook bent, of je je nu te pletter werkt of niet, op een dag ga je dood en speelt die rijkdom of al dat bezit hoegenaamd niet meer mee. Alleen je erfgenamen zijn er dan goed mee. Wat niet meteen wil zeggen dat ze er ook gelukkig van worden. Een erfenis leidt soms tot de grootste ruzies binnen gezinnen.
Ik gruwel van de reclameboodschap van een uitvaartverzekering, waarin op serene toon wordt aangeraden om er zeker voor te zorgen dat je uitvaartkosten al geregeld worden bij leven “want je wil toch op een fijne manier herinnerd worden. Je zadelt je nabestaanden toch niet met die kosten op” klinkt het. Het lijkt wel of een erfenis alleen uit geld bestaat. En natuurlijk is het fijn wanneer je (vooral onverwacht) een appeltje voor de dorst in je schoot geworpen krijgt. Dat betekent namelijk dat jij voor iemand op een moment het verschil hebt gemaakt en dat die persoon je daarvoor wil bedanken.
Als er iemand zich op voorhand afvraagt hoeveel je financieel weegt, geloof me, dan is er iets mis met die relatie. Was Jezus eigenlijk rijk? Hoeveel huizen of golfterreinen had Hij? Droeg Hij kledij van de beste makelij? Er staat dat Hij niet eens een steen had om Zijn hoofd op te leggen… Zelfs zonder “voorstervenssparen” werd Hij begraven en niemand die daar moeilijk over deed. Dus op enige erfenis moest niemand rekenen…
Als dat zo is, wat doen wij dan hier vandaag? Wat maakt dan dat miljoenen gelovigen Hem na 2000 j nog steeds genegen zijn, Zijn voorbeeld ter harte nemen, Zijn gedachtengoed willen blijven eren en proberen te doen en Zijn leven minstens één keer per week vieren?
Omdat het voor Jezus niet uitmaakte of Hij geld had of niet en nog belangrijker of de persoon tegenover Hem al dan niet rijk was. Wat Hem interesseerde is hoe die persoon, en dus ook wij, zich verhoudt tot zijn medemens. Zien wij de noden van wie naast ons leven? Ook die van de mensen die verder van ons afstaan? Het is meestal niet moeilijk om te zien wat je familieleden nodig hebben maar durven we ook verder kijken naar mensen veraf?
De verschillende interviews met een dokter van Artsen zonder grenzen die in Gaza werkt, gaf een beeld van de mens die God als rijk beschouwt. Rijk aan empathie, in zorg voor de kwetsbaarste, armste mensen van dit moment. Rijk aan verontwaardiging om zoveel onrecht dat aan al die onschuldige mensen wordt aangedaan uit wraak van aangedaan onrecht. Dan rekent God ook op onze verontwaardiging voor de genocide die plaatsvindt.
Superrijken kopen zich een presidentschap en voeren onderling handel onder het mom van vredesgesprekken en handelsakkoorden. Zij hebben er geen flauw idee van hoe het is om arm te zijn of in verschrikkelijke situaties te moeten leven. Zij worden omringd door bodyguards en getrouwen en schrikken er niet van terug om opposanten te elimineren. Ondanks de vele protesten en acties blijft het kwaad regeren.
Politici spreken over “geruis” terwijl het geween van uitgehongerde kinderen en radeloze vluchtelingen, die van het ene naar het andere kamp gejaagd worden en beschoten worden terwijl ze staan aan te schuiven voor een kruimel eten het geluid van vernietigende drones en wapens overstemt en oorverdovend klinkt. Ik kan er eerlijk gezegd nog nauwelijks naar kijken maar voel me moreel verplicht om dat toch te blijven doen want wegkijken en zeggen dat ik daar toch niks aan kan veranderen maakt mij medeplichtig.
De wetsdragers van die landen mogen dan dagelijks in het nieuws komen, ze mogen superrijk zijn en denken dat ze zich daarbij alles kunnen veroorloven maar op het moment van hun dood (en daar komen ze echt niet onderuit) zal hun echte erfenis op tafel komen en vooral in de geschiedenisboeken staan. Helden zullen ze niet genoemd worden en al helemaal niet in Gods ogen.
Ondertussen vraagt God ons om regelmatig eens te bekijken hoe onze erfenis eruit ziet. Zijn wij mensen naar Zijn hart ook al bezitten we nauwelijks iets? Durven wij onze stem te laten horen voor wie ze nodig heeft? Laten we ons leiden door Zijn woord? Er is geen notaris nodig om dat te bespreken. We mogen daar gewoon thuis bij neerzitten en eens nagaan hoe wij herinnerd willen worden later: als de geldschieter of de schat (in figuurlijke zin dan). Amen.