Woordje Pasen 2025
Is dat nu bij mij alleen of vinden jullie ook dat de tijd wel heel snel gaat en zeker de voorbije week is omgevlogen.
Vorige zondag juichten we Jezus toe bij Zijn intrede in Jeruzalem, donderdag voelden we de bui al een beetje hangen, toen we mee aan tafel mochten – niet goed beseffende dat het de laatste keer was. Maar we voelden toch al een zekere spanning – en vrijdag was het afgelopen … de hoop die gekoesterd werd, kwam zwaar onder druk te staan en nauwelijks 3 dagen later wordt van ons verwacht dat we doorhebben dat Hij niet dood is, maar leeft.
Dat is een bijna onmogelijke opdracht. De rouw zit nog in ons lijf en toch vieren we het hoogfeest van ons geloven! "En toch": het is de kortste maar meest krachtige samenvatting van de Paasboodschap.
De vrouwen gaan met een zwaar hart naar het graf en krijgen daar de boodschap dat Jezus niet dood is maar dat Hij leeft en wel helemaal.
Zij zijn de eersten die na de eerste shock “en toch” zeggen (ik denk dat het niet toevallig de vrouwen waren die eerst “en toch” kunnen zeggen).
De mannen die ze aanspreken vinden het maar vrouwengeleuter. Zal wel zijn…
Ik vond bij de voorbereiding van dit woordje heel veel inspiratie bij Geert Dedecker.
Hij vertrekt vanuit het gedicht van Toon Hermans dat op menig rouwkaartje staat: sterven doe je niet ineens, maar af en toe een beetje en alle beetjes die je stierf, ’t is vreemd, maar die vergeet je”
Geert legt dat ook op verrijzen: “verrijzen, opstaan uit de dood, doe je niet ineens maar af en toe een beetje.”
En Jezus deed dat zoveel keren voor in Zijn leven en net daardoor kunnen wij geloven dat Hij nu finaal verrezen is. Maar we vergeten dat ook geregeld, vandaar een beetje opfrissing.
Hij stond op in de synagoge van Zijn geboortedorp Nazareth, om voor te lezen uit de Schrift – dat grandioze visioen over het goede nieuws dat aan de armen wordt gebracht. Uit hoeveel weerstand tegen het riskante bestaan van een profeet is Hij toen niet opgestaan?
Hij stond op uit de slaap, daar in die boot, om de storm op het meer te bedaren. Uit hoeveel vermoeidheid en teleurstelling om het ongeloof van Zijn leerlingen is Hij toen niet overeind gekomen?
Hij stond op van tafel, om Zijn leerlingen de voeten te wassen. Uit hoeveel verzet tegen die moeilijke rol van knecht en dienaar van allen is Hij toen niet losgekomen?
Hij stond op uit Zijn gebed in de Hof van Olijven. Of beter: Zijn gebed deed Hem toen opstaan. Al biddend kwam Hij Zijn angst voor de dood te boven. Toen reeds, midden in de dood, brak het licht van Pasen in Hem door…
Hij stond op, staat er iedere keer. Opstaan is een paas-werkwoord. Hij de Levende, de Opstandige, Hij was dag na dag op Zijn paasbest. Oprecht én rechtop ging Hij ten einde toe de weg van Zijn roeping opdat wij leven zouden hebben, en wel in overvloed.
Nooit zou Jezus voor ons werkelijk verrezen zijn met Pasen, als Hij tijdens Zijn leven niet al uit alle denkbare vormen van dood was opgestaan.
Met Pasen worden wij uitgedaagd om in alle omstandigheden een keuze te maken, om niet bij de pakken te blijven zitten en alles zomaar op zijn beloop te laten.
Niet toevallig wenst Jezus tot twee keer “vrede” toe aan Zijn leerlingen bij Zijn eerste verschijnen na Pasen!
Vrede met onszelf, wat vooral ligt in het aanvaarden; het leven aanvaarden zoals het is: niet mooier, ook niet slechter.
Onszelf aanvaarden, zodat we ook gemakkelijker elk-ander kunnen aanvaarden.
Ons nooit neerleggen bij de situatie zoals ze nu is, maar ons blijven verzetten tegen alle onverschilligheid, tegen het cynisme in ons zelf en in de wereld om ons heen; tegen alle vormen van geweld, kwaad en dood.
En proberen de lange weg te gaan van de hoop op de toekomst, en het geloof dat een nieuw begin altijd mogelijk is.
Opstaan dus en stappen zetten in de spiraal van licht, geleid door het Licht van de paaskaars, die daar staat als een paal boven water.
Opstaan en leven zonder dat het kruipen is.
Lopen zonder dat het vluchten is.
Zitten zonder op je kop te laten zitten.
Spreken zonder een dictator te zijn.
Beminnen zonder dat je handen willen hebben en houden.
Weigeren dood te gaan voor je geleefd hebt.
“Goed” leven willen voor allen.
Hoe dan? Opstaan en met die vraag naar een ander gaan.
Dat we hoe dan ook telkens weer mogen opstaan. En voluit leven!
Zalig Pasen!