Pastoor Bart schreef onderstaande tekst voor het parochieblad.
Adventstijd. De gebeden van de Kerk brengen ons dichter bij het mysterie van Kerstmis. Zeven dagen voor Kerstmis zingt de Kerk het wonder uit dat komen gaat. En wat zeggen wij als we verwonderd zijn? Oo oo oo! De grote O-antifonen (een soort refrein bij de Lofzang van Maria in het avondgebed of vespers) beginnen zeven dagen lang met een O! Achter de wonderlijke uitroep en vocatieve aanroep een profetisch woord uit het Oude Testament dat verwijst naar de lang verwachte Messias. Vanaf 17 december: O Wijsheid, O Adonai, O Wortel van Jesse, O Sleutel van David, O Dageraad, O Koning van de volken, O Emmanuel, God-met-ons. Een oude monastieke traditie heeft er nog één extra: O Maagd der Maagden. Zij beginnen dan ook één dag eerder te zingen. De beginletters van deze Messiastitels vormen in omgekeerde volgorde in het Latijn een achrosticon: Ero cras. Morgen zal ik er zijn. In de monastieke traditie: Vero cras: Waarlijk morgen! Na de 7/8 O-antifonen komt dan de grote antifoon van Kerstmis: O admirabile commercium! O wonderlijke ruil. "O wonderlijke ruil. De Schepper van de mensen neemt ons menselijk vlees aan. Hij gewaardigt zich geboren te worden uit een maagd. Maagdelijk geboren schenkt Hij zijn goddelijke overvloed aan ons."
In oude abdijboeken is de beginletter O kunstig versierd, dit noemt men een ligatuur. Het zijn stuk voor stuk kunstwerkjes op zich. Ook de polyfone meesters van de Lage Landen in de 15de eeuw, zoals Johannes Regis, Josquin des Prez of de Italiaanse componist Palestrina (16de eeuw) hebben deze antifonen al even wonderlijk op muziek gezet. Een echte aanrader om deze muziek te beluisteren in de dagen rond Kerstmis. Deze muziek verzacht en verstilt. Zo nodig als antidotum voor de afstompende commercie van jingle bells en het oh oh van een kerstman. Zo voeren de schone kunsten en de liturgie ons hand in hand binnen in het hart van Kerstmis. Naar dat kleine Kind in Betlehem, o Vredevorst, o wonder van beleid, o Jezus Christus.