Maar vraagt een feest als Kerstmis niet vooraf om geduld, om een zekere soberheid? Juist dan kan het, áls het eenmaal aanbreekt, ook in alle uitbundigheid gevierd worden. De advent is nu precies als een voorbereidingstijd bedoeld: een periode van inkeer en bezinning, van rust en ingetogenheid om ons innerlijk en uiterlijk af te stemmen op het komende kerstfeest.
Advent: God komt op ons toe
De advent is een periode die ons letterlijk gelegenheid (ruimte en tijd!) biedt om te verlangen, om te wachten en te verwachten, om uit te zien naar de dageraad, naar het komende licht dat juist in deze donkere dagen de duisternis verdrijft. In de onontkoombare drukte van de decembermaand moeten we deze gelegenheid dan ook némen, we mogen onszelf de tijd gunnen en ons eraan overgeven.
De liturgie van de adventstijd doet ons namelijk delen in een rijke, inhoudsvolle werkelijkheid. Advent komt van het Latijnse adventus, dat komst betekent, aankomst. Toekomst ook, want Iemand komt op ons toe: God zelf. Het gaat om het komen van God in de meerzinnige betekenis. In de advent zien we uit naar de Komende: Christus, de Heer. Hij ís al gekomen, in de historische tijd, toen Hij werd geboren als een klein mensenkind. En Hij zál komen, eens aan het einde der tijden, als Hij wederkomt op de wolken van de hemel. Enerzijds is onze verwachting dus reeds vervuld, anderzijds staat zij nog uit. Maar in de advent vieren we ook dat Hij nú komt, hier, in ons leven. God komt op ons toe, komt bij ons aan. Hoe dan ook, de advent is een tijd van vreugde om, verlangen naar en blijde verwachting van Degene 'die is en die was en die komt' (Openbaring 1, 4).
De lezingen op de adventszondagen
In de driejarige lezingencyclus is 2023-2024 een B-jaar. Dat betekent dat het Marcusevangelie de rode draad vormt, tenminste op de gewone zondagen door het jaar. Ook op de eerste twee adventszondagen is Marcus onze gids. We lezen woorden van Jezus over waakzaamheid (eerste zondag) en vervolgens de aanhef van het Marcusevangelie en het optreden van Johannes de Doper (tweede zondag). Op de derde zondag horen we hoe Johannes de Doper in het Johannesevangelie voorgesteld wordt, en op de vierde zondag krijgen we het bekende verhaal van Lucas over de aankondiging van Jezus' geboorte aan Maria.
De eerste lezing brengt op de adventszondagen schriftteksten met een messiaanse dimensie: drie passages uit Jesaja en de profetie van Natan over de dynastie van David uit het tweede boek Samuël. Als tweede lezing zijn uittreksels uit de nieuwtestamentische briefliteratuur gekozen waarin de wederkomst van Christus centraal staat. Ook de antwoordpsalm na de eerste lezing laten we, zoals elke zondag, ook in de advent aan bod komen met telkens een antifoon, een vers gekozen uit die psalm dat inhoudelijk weergeeft waar het die zondag om gaat.