In een verder levensstadium betekent eenzaamheid voor Antonius geen vlucht uit de wereld, maar een mogelijkheid om met anderen barmhartig om te gaan. Zijn leven in afzondering maakt hem niet mensenschuw of apolitiek. Integendeel: hij staat vervolgde christenen bij, zet zich in voor armen en gevangenen en schrijft brieven aan keizer Constantijn. Antonius fungeert als 'ster van de woestijn'. Velen zoeken hem op en willen in zijn nabijheid blijven. Ze vereren hem omdat levenswijsheid 'uit de woestijn', zoals zelfdiscipline en soberheid, vreugde brengt. Rondom Antonius ontstaan dan ook kleine nederzettingen die als voorlopers van het kloosterleven kunnen gelden. Het 'avontuur' van Antonius is geen zeldzaamheid. In de 4de en 5de eeuw trekken christelijke mannen en vrouwen naar de Egyptische woestijn. Zij zoeken een alternatief voor decadent levensgenot en sceptisch denken en dat in een ascetische leefwijze die gebaseerd is op bidden, mediteren en vasten.
De leden van de naar Antonius genoemde verpleegorde der Antonieten mochten in de middeleeuwen hun varkens vrij laten rondlopen in de dorpen, als vergoeding voor de goede zorg besteed aan de mensen. De dieren droegen een belletje om hun nek als teken dat ze bezit van de orde waren.
En, ook voor deze coronatijd niet onbelangrijk: samen met Adrianus, Christoffel, Rochus, Sebastianus en anderen behoort Antonius tot de pestheiligen die grote verering kregen, vooral tijdens de verschrikkelijke epidemieën in de 14de en 15de eeuw. En in de 21ste eeuw ...?
Jan Verheyen, pastoor-deken