Ook Jezus voelde zich aangesproken door de woorden van Jesaja. In woord en daad kwam Hij op voor een manier van samenleven waarin God aanwezig kon zijn dank zij de oprechte liefde en solidariteit van velen, het koninkrijk van God. Zijn vurigste wens was dat wij het koninkrijk van God aan het licht laten komen in ons leven van elke dag. Die wens vervullen is de laatste en definitieve bestemming van elke mens. En al wie door hun menslievendheid die toekomst dichterbij brengen, kijken ernaar uit dat hun pogingen helemaal zullen lukken en dat God uiteindelijk ooit als een liefdevolle God helemaal aanwezig zal kunnen zijn in de wereld.
Dan krijgt Gods liefde alle kansen en heeft de schepping haar voltooiing bereikt. In de taal van de Bijbel heet dat 'wanneer de Mensenzoon komt'. Dan zullen we bevrijd zijn uit elke vervreemding en zullen we genieten van pure vrijheid die alleen tot liefde in staat is en geen lijden of kwaad meer kent. Natuurlijk kan niemand zich van die toekomst iets voorstellen en wanneer het zal gebeuren, weet niemand. Er is alleen onze vurige hoop dat Gods bedoeling met de schepping helemaal zal lukken, dat Hij zal voltooien wat Hij begonnen is en dat iedere mens zijn laatste definitieve bestemming bereikt. Daarom schudt het evangelie ons op de eerste adventszondag in eerder angstaanjagende beelden wakker en roept het ons op naar die toekomst toe te leven en het mogelijk te maken dat God – dankzij de inzet van zo velen – onder ons kan komen.
Die hoop levend houden en ons ervoor inzetten, dat oefenen we in deze vier weken van de advent. Eigenlijk is het een heel jaar advent, want God komt elke dag van het jaar naar ons toe in zovele daden van menslievendheid. Maar in deze vier weken hebben we daar meer dan anders oog voor. Dan kunnen we met Kerstmis vieren dat God gekomen is in Jezus van Nazareth. Maar 'wat heb ik eraan dat God in Jezus geboren is, als Hij niet geboren wordt in mij?', vroeg meester Eckhart al in de veertiende eeuw. Als God mens kan worden in ieder van ons, dan is zijn menswording gelukt.
'Wees dus waakzaam', zegt Jezus. Dat is wakker en attent zijn voor wat zich afspeelt in ons eigen hart, voor onze verborgen pijn en ook voor de zorgen en noden van anderen naast ons. Als christenen hebben we het op ons genomen ons te laten volstromen door Gods liefdevolle Aanwezigheid en zoveel mogelijk Liefde te laten overlopen naar vele anderen. Als iedere mens tot zijn recht kan komen, als we onze beperkingen en die van anderen kunnen aanvaarden, als we in harmonie leven met onszelf en met onze omgeving, dan zal er recht en vrede zijn en is de Heer werkelijk tot ons gekomen. Als teken van ons geloof in die toekomst, ontsteken we dan ook elke zondag een kaars meer aan de adventskrans.
Ik wens u allen een gezegende Adventstijd!
Jan Verheyen, pastoor-deken