‘Op mijn legerstede des nachts zocht ik mijn zielsbeminde; ik zocht hem, maar ik vond hem niet. Ik wil opstaan en rondgaan in de stad, op straten en pleinen en mijn zielsbeminde zoeken: ik zocht hem, maar ik vond hem niet. De wachters die in de stad hun ronde deden, troffen mij aan; ‘Hebt gij ook mijn zielsbeminde gezien?’ Nauwelijks was ik hen voorbijgegaan of daar vond ik mijn zielsbeminde. Ik greep hem vast en wilde hem niet loslaten...’ (Hooglied 3, 1-4a)
Een fascinerende figuur, Maria Magdalena of Maria van Magdala, zoals zij ook wordt genoemd. Magdala was een vissersdorp op de westelijke oever van het meer van Genesaret bij Tiberias. Volgens andere auteurs zou het een bijvoeglijk naamwoord zijn bij haar voornaam en betekenen ‘torenhoog of groot van... (geloof?)’.
In alle evangelies wordt over haar geschreven. In Lucas 8, 2-3 staat dat Jezus Maria Magdalena bevrijd had van zeven boze geesten. Er wordt hierover verder niets vermeld noch over eventuele ontmoetingen. Wel dat zij samen met enkele andere vrouwen (Johanna, Suzanna e.a.) Jezus vanuit Galilea naar Jeruzalem volgde. Zij zorgden voor Jezus en de twaalf apostelen ‘uit eigen middelen’, dus net als de andere vrouwen was zij waarschijnlijk een bemiddelde vrouw.
In 591 verklaart paus Gregorius de Grote in een homilie dat Maria Magdalena zowel de zuster is van Marta en Lazarus van Betanië, die Jezus tijdens de maaltijd zalft met kostbare nardusolie, wat een boze reactie opriep bij Judas (Joh. 12, 1-8), als de boetvaardige zondares of prostituee die in het huis van de farizeeër Simon Jezus zalft met balsem. In diep berouw en in tranen kust ze zijn voeten en droogt ze af met haar hoofdhaar (Lc. 7, 36-50). Maar eigenlijk worden zo drie verschillende figuren samengebracht in de persoon van Maria Magdalena.
Maria Magdalena is vooral een leerlinge van Jezus, een diepgelovige vrouw. Thomas van Aquino noemde haar al ‘Apostel van de Apostelen.’ Zij stond onder het kruis van Jezus, was aanwezig bij de graflegging (volgens Marcus en Matteüs). Zij was degene die als eerste bij het lege graf van Jezus kwam en de eerste die Jezus zag na zijn verrijzenis (Joh. 20, 1-18). Het is ook dit prachtig stukje evangelie waaruit wordt gelezen op haar feestdag. Maria weende toen zij het lege graf zag; zij hadden haar Heer weggenomen en zij wist niet waar zij Hem hadden neergelegd. Zij vroeg aan de twee engelen en ook aan de ‘tuinman’ waar Jezus was. Wanneer Jezus haar naam zei, herkende zij Hem.
‘Houd me niet vast’, zei Jezus, ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zusters en zeg tegen hen dat ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’ Maria uit Magdala ging naar de leerlingen en zei tegen hen: ‘Ik heb de Heer gezien!’ En ze vertelde alles wat Hij tegen haar gezegd had.
In de sequentie van Pasen van de hand van monnik Wipo (ca. 990-1050) wordt zij sprekend ingevoerd en bevraagd over haar ontmoeting bij het graf van de Levende. Ook klinkt de oproep om Maria op haar woord te geloven daar zij de waarheid spreekt. Niet overbodig, want een oude traditie vertelt dat vooral Petrus geen geloof wilde hechten aan de woorden van een vrouw. Maar de anderen vertrouwden haar wel.
De eerste lezing op haar feestdag komt uit het Hooglied (3, 1-4a) (zie bovenaan dit artikel). Maria’s liefde voor Jezus was groot. Zo wordt zij ook ‘bruid en geliefde van Jezus’ genoemd, degene die een bijzondere band had met Jezus.
Naast de verwijzingen in de vier evangelies zijn er ook de legendes. Een westerse middeleeuwse legende verhaalt hoe Maria Magdalena met Lazarus naar Zuid-Frankrijk zou zijn gekomen. Zij zou daar dertig jaar in een grot nabij Plan-d’Aups-Sainte-Baume in het massief van La-Sainte-Baume hebben geleefd. Na haar overlijden zou zij in Aix-en-Provence of in Saint-Maximin zijn begraven. In de basiliek van Maria Magdalena in Saint-Maximin is een graftombe waar zich haar stoffelijke resten zouden bevinden.
Volgens een andere legende werd het gebeente van Maria Magdalena (vanuit het Heilig Land via Saintes-Maries-de-la-Mer en Aix-en-Provence) in de 9de eeuw naar Bourgondië overgebracht. Deze relieken zouden zich bevinden in de basiliek La Madeleine te Vézelay, wat sinds de 11de eeuw de verering van Maria Magdalena in Westeuropa heeft bevorderd.
Maria Magdalena is al eeuwenlang een inspiratiebron voor kunstenaars, voor schrijvers. Misschien las u wel ‘De Da Vinci Code’ van Dan Brown.
Zij is ook de patrones van de Pastorale Eenheid Heilige Maria Magdalena, die de stad Mortsel en de gemeente Edegem omvat.