In processie gaan
Een processie is het opstappen rond een bepaalde figuur, Sint-Gummarus, het zou ook Maria kunnen zijn, of 'Ons Heer' zelf in de Sacramentsprocessie. Die processie is dan duidelijk het verlengstuk van de liturgie in de kerk. De Heer zelf gaat de straat op en wij trekken graag met Hem mee. Het religieuze is een essentieel ingrediënt om van een processie te kunnen spreken.
In het Liturgisch woordenboek lezen we: een processie is 'de viering waarbij de plaatselijke Kerk het besloten kerkgebouw verlaat en op straat komt'. 'Beweging' is een ander vast ingrediënt. Dat 'beweging' inherent is aan een processie, ligt vervat in de term zelf. Processie – processio in het Latijn – is afgeleid van het werkwoord procedere wat 'voortgaan' betekent. Dat voortgaan gebeurt bovendien niet individueel maar in groep. Een processie is steeds een gemeenschappelijk gebeuren in een geordend cultische beweging. Daarin onderscheidt het zich van een bedevaart die ook individueel kan zijn. Je kan ook je rozenkrans in je eentje bidden, thuis, in de kerk, maar ook samen, al wandelend, zoals in de Kaarsjesprocessies. Zo beschouw ik de 'Processie van het Eerste Licht' naar de Sint-Gummaruskapel in Emblem als een tocht van de vriendschap.
In de Sint-Gummarusprocessie stapt heel Lier op rond de figuur van de heilige Gummarus. Hij is het cement van onze stad. Hij brengt iedereen samen, over alle politieke partijen heen, gelovig en ongelovig, uit alle lagen van de bevolking. Dat sociale element speelt vandaag meer dan ooit een rol.