Maar in werkelijkheid waren er dertig jaren tussen die geboorte en het doopsel van Jezus, jaren waarover we nauwelijks iets weten. En toch mogen we gerust zeggen dat die dertig jaren belangrijke jaren geweest zijn in zijn leven. Want de dingen die Hij later zal verkondigen, zijn manier van leven, zijn spreken over God en zijn omgaan met mensen, dat alles moet Hij ook van thuis hebben meegekregen. Daar, thuis, moet Hij geleerd hebben om echt de mens te zijn zoals wij Hem uit de evangelies kennen. Thuis, van zijn ouders, heeft Hij leren vertrouwen op God en daar moet Hij ook hebben leren houden van de mensen. Ja, die dertig jaren moeten voor Jezus belangrijke jaren geweest zijn.
Maar voordat Hij met zijn gedachten naar buiten wilde treden, naar de mensen toe, liet Hij zich dopen door Johannes. En tijdens dat gebeuren scheurde de hemel open, en klonk er een stem: ‘Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb Ik mijn behagen gesteld.’ Dat wil zeggen: ‘Jij bent een mens naar mijn hart’ (Lucas 3, 22). Eigenlijk zegt God dat tegen ieder kind dat gedoopt wordt: ‘Jij bent mijn lief kind’. Maar een mens worden ‘in wie God welbehagen heeft’, dat vraagt een leven lang inzet.
Jesaja vertelde al eeuwen daarvoor waarom Jezus een mens was naar Gods hart: ‘Hij roept en schreeuwt niet, Hij zet geen grote mond op tegen kleine mensen; het geknakte riet zal Hij niet breken, de kwijnende vlaspit niet doven. In waarheid zal hij de gerechtigheid laten stralen.’ (Jesaja 42, 3). Als wij ook zo leven, met respect voor de zwakken, niet kapot maken wat er al slecht aan toe is, het geknakte riet dus niet breken, maar helen, als wij gerechtigheid laten winnen van oneerlijkheid, zijn ook wij mensen naar Gods hart.
Zo’n mens word je niet vanzelf. Zo iemand kun je eigenlijk maar worden als je in je kinderjaren en in je jeugd ouders en andere lieve mensen om je heen hebt gehad die je voorleefden te vertrouwen op God en van mensen te houden. Een goed christen kun je maar echt worden als je in je jonge jaren mensen om je heen hebt gehad die leefden in Gods Geest, die waren aangestoken door dat vuur van Gods Geest: ouders, leerkrachten, catechisten in voorbereiding op de eerste communie en het vormsel. En ja, ook priesters met het hart op de juiste plaats.