Kijken we naar de groep, dan zien we mensen die dicht op elkaar gepakt staan en tegelijk ook iets uitstralen van ieder voor zich. Herkennen we er gestalten in van het lijdenstoneel, de verschillende omstanders die ook Markus met maar enkele penseelstreken oproept en uittekent?
Twee vrouwen staan ertussen. Beiden met een aureool, net als de man onder het kruis. De ene houdt een schaaltje olie in haar hand, als om een dood gewaande Jezus te balsemen. Dit moet zeker Maria Magdalena zijn. De tweede pinkt met haar hand haar tranen weg. Zij is, vermoed ik, de moeder van de Kruisdrager.
Zien we een hogepriester die stram en onbewogen op zijn staf rust, zoals de oudste zoon in het schilderij van Rembrandt bij de gelijkenis van de verloren zoon? Zien we iemand die zijn hand op het hart drukt? Zien we, bijna links, Petrus met de haan met vaagweg een rode hanenkam: met de olie van Maria Magdalena het enige rood buiten het kruis? En is de gestalte helemaal links, die zich afkeert en de man onder het kruis de rug lijkt toe te keren, misschien Judas?
En wie is dan die zevende, bijna achteraf en amper meer dan een schim? Is het misschien de jongeman die bij de arrestatie van Jezus naakt wegvlucht, de nacht in? Of biedt deze gestalte juist ruimte om onszelf altijd wel in een van de gestalten uit de groep te herkennen?
Genoeg stof tot nadenken tijdens onze tocht naar Pasen!
Graag maak ik hier dan ook wat reclame voor een nieuwe uitgave van Halewijn: 'Tot zover de liefde. Meditaties bij de kruisweg'