In de avondviering gaat het om een sobere samenkomst met aandacht voor de dood van Jezus aan het kruis. Er wordt wel het hele verhaal van lijden en sterven van Jezus voorgelezen uit het Johannesevangelie, maar de eigenlijke accenten worden anders, breder gelegd. Goede Vrijdag gaat over het kwaad in de wereld en over de duistere kanten in ons eigen bestaan. Om dat te zien moeten we eerst nóg oudere teksten horen. Er worden dan ook Bijbelteksten gelezen van ver voor het jaar nul, die direct verbinding maken met het leven en sterven van Jezus. Bijvoorbeeld die van de profeet Jesaja, die het verhaal vertelt van een slachtoffer, een 'loser': altijd door anderen gepest en veracht. En op die 'loser' komt alle ellende neer. Alle kwaad wordt op Hem afgereageerd.
Waarom?
Het is de kreet van Goede Vrijdag. Van Jezus en van iedereen die lijdt of het leed van anderen kent. Dat maakt de hele paasgeschiedenis bijzonder ongemakkelijk. Want als dood en lijden zin hebben ... "Waarom, waarom, waarom?" God gaat de uiterste weg in zijn verbond met de mensen. In Jezus levert Hij zelf het uiterste protest tegen het kwaad, de zonde en de dood.
Iemand vraagt: 'Al dat lijden! Waarom laat God dit allemaal toe?' Een ander zegt: 'Vraag het Hem zelf'. Maar dan zegt de vrager: 'Ik ben zo bang dat God mij dan iets gaat vragen.' Zoiets gebeurt er in een merkwaardig gebed dat op Goede Vrijdag in de kerk gebeden wordt. Het gevaarlijkste en meest omstreden gebed uit de paasliturgie: de 'Improperia'. Letterlijk betekent dit 'verwijten'. Een bijzonder ongemakkelijk gebed. Want hier draait God onze eeuwige 'waaromvraag' om en klaagt ons aan. Het koor zingt het, terwijl wij onze gang naar het kruis maken. Er rest ons niet veel anders dan terug te stotteren en te stamelen: "Heilige God, Heilige Sterke, Heilige Onsterfelijke, Ontferm U over ons." En dat gestamel blijft nog even duren. Want wat heb jij te maken met het lijden van Jezus en het kwaad op de wereld? Wat heeft lijden en kwaad te maken met jouw relatie tot God? Dat zijn vragen die je mee naar huis kunt nemen. Mee moet nemen. En die vragen nemen je mee tot ver voorbij het medelijden met een man die 2000 jaar geleden werd terechtgesteld. Het verhaal is nog lang niet gedaan ...
Stille Zaterdag
Het is stil in onze kerken. Het is dag, maar dat daglicht voelt ongepast. Het had nacht moeten blijven. Waar moeten wij naartoe? Welk reisdoel is er nog? Gaan we eigenlijk nog wel verder? Ja, je kan verwijlen bij het kruis. En ... je kan ook nadenken over je eigen zondigheid, want de Heer is ook voor jou gestorven. Je mag dit ook uitspreken in een biecht.
Paasnacht
Een dag lang hebben we rondgehangen. Niets dan windstilte in hoofd en hart. We volgden het spoor van Jezus. Maar dat spoor lijkt letterlijk doodgelopen. Witte Donderdag eindigde ermee dat zijn vrienden Hem in de steek lieten toen Hij werd gearresteerd. Ontreddering alom. En toen kwam de dood op Goede Vrijdag en daarmee alle grote vragen over het kwaad in de wereld. Over de duistere kanten van ons bestaan. Als er dan nu op zaterdagavond licht komt, gebeurt dat niet zomaar. In de nacht voor Pasen heeft de kerk altijd haar belangrijkste feest gevierd.
Aansteken van het licht
We beginnen achteraan in de kerk. Opdat iedereen zou kunnen zien steken we daar een groot vuur aan. Een paasvuur. Hieraan wordt straks de nieuwe paaskaars aangestoken: het licht van Christus. En die nieuwe paaskaars is niet zomaar een lichtje in de duisternis. Het is het begin van het wonder dat je vannacht wordt voorgehouden: een directe verbinding met de opstanding van Jezus. Er staat een kruis op de kaars met daarnaast een Alfa- en een Omega-teken: de eerste en laatste letters van het Griekse Alfabet. Aanduidingen voor begin en einde van de tijd. Eens heeft God de geschiedenis van de mensen laten beginnen. Eens zal het afgelopen zijn. En ergens daartussen leven wij. De tijd mag abstract zijn, onze jaren van leven zijn dat zeker niet. Alfa en Omega, zo wordt Christus genoemd. Hij omsluit onze geschiedenis. Hij is er aan het begin en Hij is er aan het einde. Ondertussen zijn er kleinere kaarsjes aangestoken aan de paaskaars en wordt het licht doorgegeven aan iedereen in de kerk. De donkere ruimte wordt langzaam licht. Want licht dat gedeeld wordt, wordt niet minder, maar meer. Daar zitten we dan weer ... met een brandend kaarsje in de hand. En nu?
Lezingen
Nu wordt er voorgelezen uit de Bijbel. Volgens de traditie kunnen er maar liefst zeven lange lezingen zijn vannacht. Maar wees gerust, we beperken ons tot vier. In ieder geval hoor je het scheppingsverhaal en een lezing over de wonderlijke doortocht van het volk Israël door de zee, op de vlucht uit Egypte. Deze teksten maken verbinding. Tussen ons en het verhaal van Jezus. En nog verder terug: ze maken verbinding met de geschiedenis van het Joodse volk waaruit Jezus voortkwam. Want Hij kwam niet zomaar uit de lucht vallen. Zijn leven en sterven kon alleen maar zin krijgen in de geschiedenis van zijn volk. En zijn opstanding die we in de Paasnacht vieren, is al die eeuwen door gevierd, in een flakkerend licht van geschiedenis en traditie: God vernieuwt zijn omgang met de mens. Op een ongelofelijke manier.