Een drievoudig feest
Reeds van heel vroeg werd het Openbaringsfeest verbonden met de gedachtenis van enkele andere gebeurtenissen uit Jezus' leven. De eerste christenen beschouwden ze eveneens als 'manifestaties van Christus' heerlijkheid'. Zo werd het geboortefeest van Jezus al gauw verbonden met de gedachtenis van zijn doopsel. De doop van Jezus in de Jordaan door Johannes de Doper wordt ons door de evangelisten Matteüs, Marcus en Lucas verhaald. Ze doen dat elk op hun manier, maar alle drie maken ze er een openbaring van Jezus' identiteit van. Ze beschrijven immers hoe uit de hemel de heilige Geest in de gedaante van een duif over Jezus neerdaalt, terwijl een stem uit de hemel zegt: 'Dit is mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb'. Op die manier wordt Jezus tijdens zijn doop als Zoon van God geopenbaard.
Het geboortefeest werd vervolgens ook vroeg in verband gesteld met het wijnwonder te Kana, dat door de evangelist Johannes verhaald wordt. Tijdens een bruiloftsfeest, waarop Jezus en Maria waren uitgenodigd, geraakt de feestwijn op. Een vervelende situatie voor het bruidspaar. Daarop verandert Jezus een aantal kruiken met water in wijn. De evangelist Johannes beschrijft dit wonder als het eerste teken van Jezus. Niet zomaar een spektakel dat opzien moet verwekken, maar een teken, een openbaring, van de ware identiteit van Jezus. Voor Johannes verwijst dit, en alle andere tekenen, naar de goddelijkheid van Jezus.
De Openbaring van de Heer is in het Oosten dus al van zeer vroeg een 'combinatiefeest' geweest: de geboorte van Jezus, zijn doop in de Jordaan en het wijnwonder te Kana. Deze drie gedachtenissen openbaren Jezus goddelijke identiteit.
Kerstmis en Openbaring: een doublure?
Maar hoe zit dat dan met Kerstmis? Wij vieren toch ook op 25 december de geboorte van Jezus. Zijn er dan twee geboortefeesten? Neen, de herdenking van Christus' geboorte kende in het Westen een andere ontwikkeling. In het jaar 274 stelde keizer Aurelius 25 december in als het geboortefeest van de heidense god Sol Invictus, de Onoverwinnelijke Zon. Uit reactie tegen dit nieuwe heidense feest stelde de Kerk van Rome daarom 25 december in als hun herdenkingsfeest van de geboorte van Jezus. Daar had zij goede redenen voor. Zag de profeet Maleachi de Verlosser immers niet als 'de zon der gerechtigheid' (3,20)? Is Hij niet 'de opgaande zon' waarover psalm 19 spreekt? Sprak de evangelist Johannes niet over Hem als 'het ware licht dat in de wereld is gekomen en ieder mens verlicht' (Johannes 1,9)? En noemde Christus zichzelf niet 'het Licht van de wereld' (Johannes 8,12)? Zo konden de Romeinse christenen tegen hun heidense medeburgers antwoorden dat zij het feest van de ware zon en het ware licht vierden: want alleen Christus kon de wereld licht en heil brengen.
De christenen uit het Oosten en het Westen kozen dus elk een ander heidens feest om er het herdenkingsfeest van Christus' geboorte van te maken. In de tweede helft van de vierde eeuw namen Oost en West elkaars geboortefeest over, maar ieder toch met een eigen accent.
In het Oosten viert men op 25 december zowel de geboorte van Jezus als de komst van de drie wijzen en op 6 januari de gedachtenis van Jezus' doopsel en de bruiloft te Kana. In het Westen daarentegen blijft 25 december voorbehouden als het geboortefeest van Jezus terwijl op 6 januari de Openbaring van de Verlosser met de komst van de drie wijzen, de doop van Jezus en het wijnwonder van Kana herdacht worden. In het getijdengebed vat de antifoon bij het Magnificat tijdens het avondgebed deze drie gebeurtenissen mooi samen.
Samenvattend kunnen we het als volgt zeggen: Kerstmis richt onze ogen op de Zoon van God die als een arm mensenkind werd geboren; Openbaring richt onze aandacht op de goddelijke grootheid die het Kind in deze wereld uitstraalt.
Hoewel het feest van de Openbaring gevierd wordt op 6 januari, wordt het feest in vele landen verschoven naar de zondag tussen 2 en 8 januari, ook bij ons in Vlaanderen. Deze verschuiving gebeurt om pastorale redenen zodat de gelovigen de kans zouden krijgen het feest daadwerkelijk te kunnen vieren. Maar het feest mag eveneens gevierd worden op 6 januari.