Wellicht is het dat wat ons aanspreekt: dat heiligen volop in de werkelijkheid leefden, maar dat ze er tegelijk ook uitsprongen, omdat ze wel in de wereld leefden, maar niet van de wereld waren. Ze reikten naar een andere wereld, die Jezus hun had voorgeleefd.
Petrus is daarvan een voorbeeld bij uitstek. Heiligheid was bij hem zeker geen erfelijke belasting, integendeel, niets menselijks was hem vreemd. Hij stond gebeiteld in de wereld: vol hoop, verwachting en enthousiasme, maar ook vol koppigheid, eigenzinnigheid en zelfs verraad. Kortom, een man van vlees en bloed, zoals wijzelf dat ook zijn. Maar tegelijk was hij niet van de wereld, omdat hij boven alles Jezus verkoos, ook toen hem dat een vreselijke dood kostte.
Korter bij ons moet de heilige Damiaan in niets voor hem onderdoen. Alleen verraad was hem vreemd, maar voor de rest kon hij naast Petrus lopen. Ook helemaal een mens van vlees en bloed, met kwaliteiten en gebreken, maar die werden tenietgedaan door zijn onvoorwaardelijke keuze voor de weg van Jezus.
Die weg wordt uitgetekend in de Zaligsprekingen die we zaterdag weer zullen horen. We gaan die weg als we, wie we ook zijn en wat we ook doen, niet denken dat wijzelf het begin en het einde van de dingen zijn, als we kunnen toegeven dat we ons vergist hebben, als we een ruzie kunnen bijleggen, als we ons inzetten voor rechtvaardigheid en vrede, als we opkomen voor mensen in nood, als we leven vanuit ons geloof.
Dat is de weg van Jezus, de weg die ons helemaal mensen van vlees en bloed laat zijn en ons in deze tijd en in deze wereld laat staan, maar die tegelijk verhindert dat we ons helemaal door deze wereld laten inpalmen. Want als de Zaligsprekingen de leidraad van ons doen en denken worden, reiken we naar een andere wereld, de wereld die Jezus ons heeft voorgeleefd. En die wereld is niet het hiernámaals, maar het hiernúmaals. Hier en nú moet het rijk der hemelen verwezenlijkt worden.