Franse bisschoppen en kloosteroversten die geloof hechtten aan het getuigenis van Margaretha deden wat Jezus haar bevolen had. In 1672 gaf de bisschop van Rennes aan de religieuze congregaties van Sint-Johannes Eudes (1601-1680) voor het eerst verlof om een feest ter ere van het Heilig Hart van Jezus te vieren. In 1765 erkende paus Clemens XIII de derde vrijdag na Pinksteren officieel als een plaatselijk feest. Paus Pius IX schreef het feest in 1856 voor heel de Rooms-Katholieke Kerk voor en kende er een hoge liturgische rang aan toe.
Nadat de pausen de maand mei als Mariamaand hadden gepropageerd, groeide geleidelijk het gebruik de maand juni als Heilig Hartmaand te beschouwen. Dat hield in dat gelovigen zich in juni bijzonder toewijdden aan het Heilig Hart. Men deed boete om het gebrek aan liefde voor Jezus door veel mensen te compenseren. Eind 19e eeuw haalden veel katholieke huisgezinnen een heilighartbeeld in huis, dat in juni extra vereerd werd. Bij mijn grootouders stond dat beeld op de tussenverdieping. Als ik bij hen bleef slapen, moest ik daar altijd langs. We hadden er zelfs een beetje schrik van.
De liefde van Jezus in een kille tijd
De tijd waarin Margaretha-Maria leefde, was in feite een hoogtij voor het Jansenisme. Deze afwijkende leer was een echte beproeving voor het christen volk. God was voor hen een strenge Meester. Slechts weinige mensen waren uitverkoren. De wil van God, zijn geboden en verboden wogen zwaar op de mensen. De meesten voelden zich onwaardig om tot God te naderen. Weinigen durfden of mochten communiceren in de eucharistieviering. Gods volk liep gebukt onder dit strenge geloof. Hoewel veroordeeld door het leergezag, had het toch veel impact op het gelovige volk. Juist in die tijd openbaart Jezus te Paray-le-Monial aan Margaretha-Maria Alacoque de liefde van zijn hart. Hij doet zich kennen als de Minnaar van de mens.
'Dit is het hart dat de mensen zozeer heeft liefgehad.' Dit is een zin die wij voortdurend voor de geest mogen houden. Zelfs als in de verdere openbaringen aan Margaretha-Maria er allerlei klanken zijn van uitboeting, voldoening, eerherstel, toch ligt de klemtoon op de liefde van Jezus' hart.
'God is liefde' (1 Johannes 4, 16b)
Dit is in feite de boodschap van Paray-le-Monial, een boodschap zo oud als de Bijbel: God die van de mensen houdt, die hun hart willen winnen ... om hen gelukkig te maken. Heel de geschiedenis van het oudtestamentische Godsvolk is een liefdesverhaal, een woord van liefde, doorheen alle ontrouw vanwege de mens.
Johannes schrijft: 'Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad dat Hij zijn Eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat al wie in Hem gelooft niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben. God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gezonden om de wereld te oordelen, maar opdat de wereld door Hem zou worden gered'.(Joh.3, 16-17 vgl. 1 Joh. 4,9-10). En ook nog: 'Ik geef mijn leven voor mijn schapen' (Joh. 10, 15b).
Liefde is het grote woord, de grote werkelijkheid van waaruit wij mogen leven: Gods liefde voor ons in Jezus Christus. Het 'Hart' is het symbool, dat hart, dat doorstoken werd op Calvarie.