Een misverstand is dat deze gelijkenis of dit beeld van het laatste oordeel een beschrijving is. Neen, ze is een spiegel en juist bedoeld om tot verandering aan te zetten. Een ander misverstand kleeft aan het beeld dat schapen en bokken kunnen oproepen. Schapen staan voor volgzame dieren. Ze gaan elke confrontatie uit de weg. Bokken zijn koppig en weerbarstig. Zij zoeken de confrontatie. Je zou dus kunnen denken: volgzame, gehoorzame mensen worden door Jezus geprezen. Die zitten goed. Eigenzinnige mensen ontvangen een waarschuwing. Als ze zo doorgaan, zal het niet goed met hen aflopen. Eens zullen de schapen van de bokken gescheiden worden. Maar dat is helemaal niet waar het in de gelijkenis om gaat. Volgzaamheid is niet altijd goed. En koppigheid is niet altijd fout. Trouwens, schapen zijn helemaal niet zo volgzaam. Ze volgen niet zomaar iedereen. Ze herkennen de herder uit de duizend en alleen hem volgen ze. In een schaap zit, als het goed is, ook de nodige koppigheid.
We hebben zo enkele misverstanden opgeruimd, de waas op de spiegel verwijderd. We kijken nu opnieuw in de spiegel die Jezus ons voorhoudt. Herkennen we er ons in? De bokken zijn zij die alleen aan zichzelf gedacht hebben. Bij het zien van de nood van hun medemens hebben ze niets gedaan. De schapen zijn zij die níet alleen aan zichzelf denken. Zij hebben oog voor anderen. Ze hebben een hongerige te eten gegeven, een naakte gekleed, contact gezocht met een geïsoleerde mens. Kortom, ze hebben barmhartigheid betoond. Barmhartigheid is een typisch christelijk woord dat meevoelen, zorg, hartelijkheid betekent. Barmhartigheid betekent dat je je bewust bent van de kwetsbaarheid van mensen en dat je je daardoor laat raken. Je stelt jezelf kwetsbaar en open op.
In de gelijkenis van het Laatste Oordeel laat Jezus ons zien dat alles uiteindelijk draait om barmhartigheid. God beoordeelt ons niet op onze fouten en tekorten. Hij weet als geen ander hoe kwetsbaar we zijn op dat punt. Hij heeft ons tenslotte zelf in het leven geroepen. We hoeven dus niet volmaakt te zijn. Dat wordt van niemand gevraagd. Maar van een christen wordt wel gevraagd dat hij barmhartig is. Als je barmhartig bent, heb je deel aan het koninkrijk van God, hoor ik Jezus zeggen. Het is een bemoediging voor allen die geloven dat we een God hebben die barmhartig is en barmhartig oordeelt.
Wij, mensen, hebben het leven van God ontvangen om ervan te genieten als een uniek geschenk. Maar als we alleen maar willen genieten, zitten we fout. Dan worden we oppervlakkig, hard en onbarmhartig. God verwacht ook dat we het goede doen. Er is, vermoed ik, geen enkel evangeliefragment dat ons meer op onze verantwoordelijkheid plaatst dan dit van het 'Laatste Oordeel'. Het neemt het gewone van elke dag ernstig. Dáár en nergens anders beleven wij ons christen-zijn.