De herders stoten elkaar aan, en ze stellen de eeuwige vraag van al wie arm is: zou het waar kunnen zijn dat er redding komt opdagen, dat er een andere wereld in zicht is? Vrede, in plaats van dat eeuwig geruzie om nog méér macht, méér bezit? Dat de nooit-genoeg-hebbers eindelijk eens gaan delen met de alles-tekort-komers?
De herders zullen het een goed teken gevonden hebben dat die nieuwe wereldhervormer iemand van hun soort is. Want de engel had hun toch verteld dat Hij in een voerbak lag voor de beesten? Geen koning op een gouden troon met boeken vol maatregelen om zichzelf in te dekken. Die redder is van hetzelfde maaksel als het arme volk. Dat hebben die herders begrepen.
En hebben wij dat ook zo begrepen? Wij die ook soms wakker liggen van de problemen: hoe redden wij deze wereld, hoe krijgen we die wereld opnieuw leefbaar? Vooral voor dat ‘arme volk’, die viervijfde van onze wereldbevolking. Waar halen we voldoende werk, voldoende voedsel, voldoende gezondheid vandaan? Is het geen onbegonnen werk?
Het zijn vragen waar we – ook als kerk – al lang mee bezig zijn. En waar we in het komende jaar, het Jubeljaar 2025, meer nog dan anders moeten mee bezig zijn. Dat Jubeljaar zal op 24 december met de opening van de heilige deur van de Sint-Pietersbasiliek in Rome officieel beginnen onder het motto ‘Pelgrims van hoop’.