Lumen Gentium
Volgend jaar gedenken we dat het zestig jaar geleden is dat het tweede Vaticaanse concilie zijn eerste grote document publiceerde: de dogmatische constitutie over de Kerk, Lumen Gentium. Het achtste hoofdstuk is aan Maria gewijd, met als thema: De Moeder van God, de heilige maagd Maria in het mysterie van Christus en de Kerk. De tekst gaat over de medewerking van Maria aan de verlossing en over de heilsbemiddeling door Maria, dus over hoe Maria voor ons tussenbeide komt en de genade van Jezus Christus bemiddelt. Het concilie heeft dus de taak en de zending van Maria onderstreept: haar zending zo'n tweeduizend jaar geleden als Moeder en medewerkster van de Verlosser, en haar zending nu en tot aan het einde der tijden, als onze Moeder, onze voorspreekster en middelares.
Paus Johannes Paulus II
Paus Johannes Paulus heeft de grote lijn van het conciliedocument uitgewerkt in zijn Encycliek Redemptoris Mater (1987), die helemaal gewijd is aan de zending van Maria in het leven van de Kerk. Het derde deel van dit pauselijk document gaat over de 'Moederlijke bemiddeling', over Maria als onze Moeder en Middelares.
Paus Johannes Paulus II heeft altijd een grote devotie gehad voor Maria, in de lijn van de heilige Louis-Marie Grignion de Montfort. Maar een ervaring die de devotie van deze paus voor de Moeder van God heeft versterkt, was de aanslag die op 13 mei 1981 – gedenkdag van de eerste verschijning van Maria in Fatima – door Ali Agça werd gepleegd. Tijdens de algemene audiëntie van 7 oktober van dat jaar, gedachtenis van Onze-Lieve-Vrouw van de rozenkrans, getuigde hij over de dag van de aanslag: "In alles wat mij juist op die dag is overkomen, heb ik Maria's buitengewone moederlijke bescherming en zorg ervaren, die sterker bleek dan het dodelijk projectiel". Die persoonlijke ervaring van Maria's bescherming en zijn eigen beleving van de Mariale devotie uit zijn jeugd heeft zeker het verlangen in Johannes-Paulus gesterkt een Encycliek uit te brengen over de rol van 'de heilige Maagd Maria in het leven van de pelgrimerende kerk', zoals de ondertitel van die Encycliek luidt.
Wat voor bemiddeling?
De bemiddeling door Maria is méér dan voorspraak: het is een moederlijke bemiddeling gericht op het steeds weer geboren laten worden van Christus in de wereld; door Maria is de vrouwelijke dimensie van het heilsgebeuren blijvend tegenwoordig, heeft Jozef Ratzinger (paus Benedictus XVI) ooit eens gezegd.
De titel 'middelares' wordt slechts één keer kort vermeld in het conciliedocument Lumen Gentium (LG 62). Daar wordt beklemtoond dat die bemiddeling door Maria niets afdoet aan het enige middelaarschap van Jezus Christus. Jezus is dé Middelaar en de bemiddeling door Maria staat in dienst van en is ondergeschikt aan het middelaarschap van Jezus Christus.
Het gehele derde deel van de Encycliek Redemptoris Mater van paus Johannes Paulus II gaat over de moederlijke bemiddeling door Maria. Paus Johannes Paulus gebruikt in de Encycliek woorden van de H. Bernardus van Clairvaux over Maria als 'mediatrix ad Mediatorem', middelares naar de Middelaar toe. In de Encycliek wordt onderstreept dat het gaat om een medewerking aan het middelaarschap van de Heer.
Bernardus van Clairvaux
Een heilige en kerkleraar die bijzonder over de bemiddeling door Maria heeft nagedacht en geschreven is de heilige Bernardus van Clairvaux (1090-1153), patroon van de parochie Lisp in Lier. Hij was ervan overtuigd dat God er wel voor zou hebben kunnen kiezen om Zijn genade te geven zonder de bemiddeling van Maria, maar dat Hij ervoor gekozen heeft om ons Zijn gaven te schenken door Maria, want het feit dat wij zijn aangenomen tot kinderen van God hebben we te danken aan de Menswording van Gods Zoon waarin Maria een actief aandeel had. Zo stelde Bernardus Maria voor als 'aquaduct van de genade'.