Moge de Heer u zegenen en u behoeden! Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken!
(Num. 6, 24-26)
Volgend weekend maken we de overstap van 2022 naar 2023. Die nacht van zaterdag op zondag zullen mensen elkaar weer alle goeds toewensen: een gelukkig, zalig nieuw jaar in goede gezondheid! Nieuwjaarsdag is de dag van de goede wensen. En dat zal ook de volgende dagen zo nog wel doorgaan. Maar dan beginnen de meesten opnieuw te werken, gaan kinderen en jongeren opnieuw naar school, hopelijk vol verwachtingen voor het nieuwe jaar en met goede voornemens.
Ook in de liturgie op Nieuwjaarsdag krijgen we een zegenwens te horen. De Heer maakt aan Mozes duidelijk wat de Israëlieten elkaar moeten toewensen. En Hij heeft het dan niet over gezondheid, niet over rijkdom en welvaart. Dat mag allemaal, maar wat ze elkaar in de eerste plaats moeten toewensen, is dat de Heer zijn gelaat naar hen keert en hen vrede schenkt.
Zoals mensen op Nieuwjaarsdag elkaar met stralend gelaat elkaar het beste toewensen, zo mogen we hopen dat God ons met een open gezicht, met een gelaat dat glanst van vreugde, aankijkt. 'Moge de Heer zijn gelaat naar u keren en u vrede schenken'. Dat is het mooiste en het diepste dat mensen tegen elkaar kunnen zeggen. Want God houdt van ons en Hij hoopt dat wij dat aan mekaar zeggen en mensen zo vrede schenken.
Nieuwjaarsdag is ook de octaafdag van Kerstmis, dat wil zeggen 'acht dagen na Kerstmis'. Acht dagen na de geboorte van het kind van Maria had de besnijdenis plaats en kreeg Jezus zijn naam. Die besnijdenis was de officiële opname in het Joodse volk en dan werd de zoon van Maria voor het eerst Jezus genoemd. Sindsdien is zijn naam tot een teken van tegenspraak geworden. 'Deze jongen zal velen in Israël ten val brengen of laten opstaan. Hij zal een omstreden teken zijn', zal Simeon al zegenend over Hem uitspreken.
Iedereen, zeker zijn moeder, zal wel vol verwachting geweest zijn. Maar tegelijk zat die moeder ook met vragen. Wat zal er worden van dit kind? In het evangelie lezen we meermaals dat zij alles in haar hart bewaarde en erover nadacht. Nu zij Gods belofte in haar armen houdt, wordt haar stap voor stap duidelijk in welk proces zij is opgenomen. Want vanaf de besnijdenis zal dat kind van zijn moeder weggroeien met een eigen naam. Dat werd al duidelijk uit hetgeen over Hem gezegd werd en zeker als Hij als twaalfjarige achterblijft in de tempel, wanneer Hij de leeftijd bereikt heeft van iemand die over de Schrift mag meepraten en Hij het heeft over een speciale verwantschap met God. Hij zal zich ook sterk verbinden met de mensen, zeker met diegenen die luisteren naar zijn Woord: dat is mijn vader en moeder, dat is mijn familie, zal Jezus zeggen. En uiteindelijk zal Maria definitief van Hem afscheid nemen als zijn moeder wanneer zij onder zijn kruis staat.
Maria's moederschap, dat we vieren op Nieuwjaarsdag, is een leven geweest van steeds meer een stap terugzetten, steeds meer loslaten. Maria heeft Jezus niet alleen het leven gegeven, zij gunde Hem ook een eigen leven, een leven waarin Hij zijn opdracht kon vervullen. Haar moederschap was er geen van vasthouden, geen moederschap van zich afsluiten in een klein gezin, maar van weg laten gaan. Mag haar voorbeeld ons ook inspireren in het nieuwe jaar. En mogen we zo elkaar tot zegen zijn in dit nieuwe jaar. Aan Gods zegen is alles gelegen!