Op 8 december viert de Rooms-katholieke kerk het hoogfeest van de 'onbevlekte ontvangenis van Maria', patroonfeest van de geloofsgemeenschap op Lachenen (Mechelsesteenweg in Lier). Omdat 8 december dit jaar op een zondag valt in de Advent, wordt het feest gevierd op maandag 9 december. Het is een hoogfeest, maar eigenlijk een grote onbekende, hoewel het een dogma is. Misschien juist daarom voer voor discussies. De moeite waard om er een artikel aan te wijden.
Paus Pius IX kondigde dit dogma plechtig af in het jaar 1854. Eigenlijk is dit vrij laat aangezien reeds in de Middeleeuwen er geijverd werd om Maria Onbevlekt Ontvangen als dogma te erkennen. Wat houdt het dogma nu eigenlijk in? Kort gezegd: Maria heeft nooit deel gehad aan de erfzonde. Ze werd zonder zonde geboren, dus Onbevlekt Ontvangen. Met andere woorden: vanaf haar verwekking was Maria, 'vol van genade'. Door Gods genade is Maria heel haar leven lang vrij van iedere persoonlijke zonde gebleven. Er heerst een groot misverstand over de Onbevlekte Ontvangenis. Vaak denkt men dat deze naam betrekking heeft op de maagdelijke toestand waarin Jezus werd verwekt. Maria zou geen seks hebben gehad en daarom onbevlekt zijn. Daarover gaat het dus niet.
In gelovige taal betekent de 'Onbevlekte Ontvangenis' dat Maria bij haar verwekking niet 'besmet' werd door de erfzonde. Daarmee wil men aangeven dat Maria, die uitverkoren werd om de moeder van Jezus, Gods Zoon, te worden, zonder vlek of rimpel moet zijn. Met erfzonde bedoelt men dat alle mensen die uit Adam geboren worden, getekend zijn door het kwaad waardoor het goddelijk verlangen naar het goede dat de Schepper in elke mens heeft neergelegd, verstoord wordt door de neiging naar het kwade. Daaruit is dan, ten gevolge van de 'overtreding' van Adam – en in Adam van elke mens – een geschiedenis van kwaad voortgekomen. Om hieruit verlost – losgemaakt en genezen – te worden is Christus, de Zoon van God, mens geworden. Welnu, precies omwille van zijn goddelijke zending tot bevrijding uit het kwaad, mag ook de moeder van Jezus niet aangetast zijn door het kwaad. Daarenboven kan zij ook nooit zondig zijn tijdens haar leven.
Ook in de teksten van het Tweede Vaticaans Concilie wordt deze zondeloosheid vermeld: 'Met geheel haar hart en door geen enkele zonde weerhouden, heeft zij de goddelijke heilswil aanvaard' (Lumen Gentium). In Jesaja 11, 1-3a (Maar uit de stronk van Isaï schiet een telg op, een scheut van zijn wortels komt tot bloei ...) zou er ook reeds verwezen worden naar de Onbevlekte Ontvangenis. Volgens een kerkelijke traditie verwijst deze Bijbelse tekst naar de ontvangenis van Maria. Het ontbloeien van een tak aan een levenloze stronk duidt op de menselijke en goddelijke oorsprong van Jezus. De christelijke geloofsinterpretatie zag de verbondenheid tussen Maria en Jezus verbeeld in de twijg en haar vrucht. Uit het geslacht van Isaï (in het Latijn Jesse), de vader van David, wordt Jezus geboren als een zoon van mensen. Het bijzondere van zijn geboorte is dat zijn moeder overschaduwd werd door heilige Geest. Dit verwijst naar Jezus' goddelijke oorsprong. Jezus de Nazarener is de zoon van een vrouw, in wie Hij als Zoon van God mens werd.