De Heilig Kruisparochie is één van de jongste parochies van Lier. Haar ontstaansgeschiedenis als parochie gaat terug tot de jaren 1930, maar ze heeft een oudere geschiedenis. Want waar nu deze parochie ligt, was vroeger het kartuizersklooster van Lier gelegen dat in de Franse tijd werd opgeheven. In1938 werd door Mgr. Jan Van Cauwenbergh, geboren Lierenaar en hulpbisschop van Mechelen, een plan opgesteld met de kerkelijke organisatie voor de stad Lier. Op dat moment behoorde een groot deel van de stad nog tot de Sint-Gummarusparochie. Maar de hulpbisschop besliste dat er drie kapelanijen – hulpparochies – moesten opgericht worden, zodat de zielzorg beter georganiseerd kon worden. Kerkrechtelijk bleven deze kapelanijen onder de Sint-Gummarusparochie vallen, maar ze kregen wel een eigen priester, een kapelaan, toegewezen.
Naast de kapelanijen van Sint-Margarita (Begijnhof) en Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt (Lachenen), werd op 15 juni 1938 de kapelanij van het Heilig Kruis (Kartuizers) opgericht. Deze bestond uit de kartuizersvelden: een geheel van steegjes afgebakend door de Frederik Peltzerstraat, de Antwerpsestraat en de Kartuizersvest. Op 19 juli 1939 werd Joseph Peeters als kapelaan aangesteld en werd begonnen met de bouw van de kapel van het Heilig Kruis, de huidige parochiekerk. Dank zij de inspanningen van kapelaan Peeters werden er op het Heilig Kruis verenigingen opgericht en bloeide het christelijke leven binnen de kapelanij. Door deze inspanningen en de positieve evolutie werd de kapelanij van het Heilig Kruis sterk genoeg om als autonome parochie te fungeren. Op 25 november 1952 werd het Heilig Kruis een zelfstandige parochie en de opvolger van kapelaan Peeters, kapelaan Henri Stuyck (benoemd op 28 juli 1950) werd vanaf 21 december 1952 pastoor.
De verdere geschiedenis van de parochie tot aan de millenniumwende kan omschreven worden in vijf woorden: geëngageerde pastoors, investering in en bloei van de parochiale verenigingen en het parochiaal leven, bouw- en verbeteringswerken aan de kerk en de parochiezaal, deelname van de parochianen aan het bestuur en de werking van de parochie, een hechte geloofsgemeenschap in het hart van de stad. Sinds een tiental jaar kan niemand meer aan de realiteit van de huidige tijd voorbij: ondanks de inspanningen van de pastoor en de vele vrijwilligers zien we dat het gemeenschapsleven en de sociale cohesie erop achteruit gaan: verenigingen vallen weg, sommige zaken zijn niet meer zo vanzelfsprekend te realiseren als twintig jaar terug. Toch blijft de parochie van het Heilig Kruis ook vandaag nog een warme gemeenschap herbergen, die openstaat voor iedereen. De verzorgde en aangename, eigentijdse liturgie, een mooie groep misdienaars, lectoren, goede koorzang, nodigen mensen, ook van buiten Lier uit om mee te komen vieren. Deze parochie is dan ook een keuzeparochie voor velen.
De Heilig Kruiskerk
De kerk van de parochie van het Heilig Kruis werd oorspronkelijk gebouwd als kapel, gezien het Heilig Kruis is ontstaan als een kapelanij. De opdracht voor de bouw werd op 21 augustus 1939 aanvaard door Gust Careels, architect voor de provincie Antwerpen. Reeds op 12 februari 1940 stuurde hij de plannen en het lastenboek aan de gouverneur met de vraag om goedkeuring. De kapel kreeg het grondplan van een Romeinse basilica en zou ook in neoromaanse stijl worden uitgevoerd. Kort daarop brak de Tweede Wereldoorlog uit, maar dat deed niets af aan de inzet waarmee men de kapel van het Heilig Kruis wou realiseren. Toen op 22 juli 1940 de machtiging om de bouwwerken te beginnen verscheen in het Staatsblad, lag de weg open voor aannemer Jan Aerts om de kapel te bouwen. Anderhalf jaar later, op 26 oktober 1941, wijdde Mgr. Van Cauwenbergh de kapel. De binneninrichting van de kapel werd bijna uitsluitend gerealiseerd door schenkingen. Zo konden twee zijaltaren en een aantal heiligenbeelden geplaatst worden aan de pilaren, werden stoelen en liturgisch vaatwerk voorzien. Nadat het Heilig Kruis werd erkend als zelfstandige parochie, werd de kapel van het Heilig Kruis een echte parochiekerk. De kerk werd voorzien van een elektrisch orgel en ze werd ook aangepast aan de nieuwe liturgische richtlijnen van het Tweede Vaticaans Concilie. Dank zij goed beheer werd de kerk al verscheidene malen opgefrist en verfraaid, waardoor het een sobere maar warme en verzorgde vieringruimte is.