Aan de noordoostzijde van de vesten van lier ligt de buitenwijk Lisp. Door de industriële ontwikkelingen in de 19e eeuw groeiden daar enerzijds de arbeiderswoningen, anderzijds was het ook een gebied waar veel boerderijen aanwezig waren. Een eerste stap op weg naar de oprichting van een parochie was de bouw van een schuur in 1869 die voortaan dienst zou doen als kapel ter ere van Onze-Lieve-Vrouw Onbevlekt Ontvangen voor wie sinds de choleraplaag in 1866 in Lisp een bijzondere verering bestond. Een jaar later werd de kapelanij officieel erkend en werd op 30 januari 1870 kapelaan Petrus Van Ekelen benoemd. Op 18 december 1872 werd de kapelanij verheven tot zelfstandige parochie met als patroons Sint-Jozef en Sint-Bernardus. Kapelaan Van Ekelen werd pastoor benoemd.
De bloei van de parochie is vooral aangezwengeld door de verering van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart. Dank zij het miraculeuze Mariabeeld dat nu nog steeds vereerd wordt en een aantal genezingen die aan Onze-Lieve-Vrouw werden toegeschreven, werd Lisp een echt bedevaartsoord. Van heinde en ver kwam men vroeger op bedevaart naar Onze-Lieve-Vrouw van Lisp. De verering scheerde zulke hoge toppen dat op 2 mei 1943 de parochie zelfs werd toegewijd aan Onze-Lieve-Vrouw.
In Lisp had het parochieleven naast de verering van Onze-Lieve-Vrouw ook bouwwerken als rode draad. Steeds opnieuw werd er gebouwd, verbouwd, hersteld en gerestaureerd aan de kerk en de parochiezaal. Het oorlogsleed en de vernielingen aan de kerk tijdens beide Wereldoorlogen zijn lange tijd zichtbare wonden aan de kerk geweest. En na het Tweede Vaticaans Concilie was de kerk van Sint-Jozef en Sint-Bernardus de eerste in Lier die volledig werd aangepast aan de nieuwe liturgische richtlijnen: het hoogkoor werd aangepakt en er werd een nieuw stenen altaar geplaatst en gewijd. Dankzij de vele parochiale verenigingen en de verbondenheid tussen de mensen op de parochie kon steeds gerekend worden op vele helpende handen. De verenigingen droegen ook samen met de verschillende pastoors het parochiale leven. Er werden jubelfeesten georganiseerd ter ere van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart en in 1972 werd het honderdjarig bestaan van de parochie gevierd.
Ondanks de ontkerkelijking is er vandaag op Lisp nog altijd een constante: de verering van Onze-Lieve-Vrouw. We hopen dat zij de gemeenschap van Sint-Jozef en Sint-Bernardus naar een nieuwe toekomst mag leiden, zoals zij dat in het verleden steeds gedaan heeft. Komen er in de huidige tijd nog weinig tot geen bedevaartgroepen, dan mogen we ervaren dat er nog altijd heel veel individuele pelgrims de kerk bezoeken. Vooral in de meimaand, wanneer het miraculeuze beeld vereerd wordt met een massa bloemen, zien we dat er heel veel noveenkaarsen gebrand worden. De verering tot Onze-Lieve-Vrouw van Lisp is nog altijd heel levend.
De kerk van Sint-Jozef en Sint-Bernardus
De bouw van de kerk van Sint-Jozef en Sint-Bernardus begint in 1873. De toelating voor de bouw werd gegeven op 23 mei van dat jaar en het ontwerp was van de hand van Eugène Gife. Hij ontwerp een driebeukige basilicale kerk in neogotische stijl. Na de bouw van het kerkschip stelt men in 1874 vast dat de voorziene fondsen volledig gebruikt zijn. Pas in 1876 kunnen het koor en in 1882 de toren gebouwd worden nadat er voldoende geld geleend is. De kerk werd wel al ingewijd in augustus 1874. In oktober van datzelfde jaar volgde de kruisweg en 1880 werd het hoogaltaar geplaatst met centraal het miraculeuze beeld van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart. De kerk liep tijdens de Eerste Wereldoorlog quasi geen schade op, maar tijdens de Tweede Wereldoorlog des te meer. De nodige herstellingswerken gebeurden in de jaren 1948 tot 1962. Het ging om de vervanging van de klokken, verscheidene heiligenbeelden, delen van het interieur, de glasramen van de hand van Joris Van de Broeck. In 1966 wordt de kerk ook uitgebreid met een nieuwe doopkapel links van de toren en krijgt de kerk een nieuw orgel. In 1969 volgde dan de aanpassing van het interieur aan de nieuwe liturgische voorschriften van het Tweede Vaticaans Concilie: het oude hoogaltaar werd volledig afgebroken en vernietigd op enkele elementen na die in de weekkapel een nieuw leven kregen, een nieuw altaar werd gebouwd op het koor en gewijd op 20 september 1969. Het miraculeuze beeld van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart werd op een sokkel in de muur van het koor geplaatst.
Bedevaart naar Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart
In de kerk van Sint-Jozef en Sint-Bernardus in Lier, ook wel bekend als 'de kerk van Lisp', staat centraal in het koor het miraculeuze beeld van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart. Dit beeld dateert uit het jaar 1874. Het werd vervaardigd bij de bouw van de kerk naar aanleiding van de oprichting van een broederschap voor Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart op initiatief van Florence Broes. Zij was verlamd en bedlegerig en daarom bracht men het nieuwe Mariabeeld tot bij haar thuis vooraleer het beeld naar de nieuwe kerk werd gebracht. Toen het beeld op 14 augustus 1874 bij haar werd gebracht, vroeg de verplegende Zwartzuster haar een medaille van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart rond de hals van het beeld hangen. Na enige aarzeling en tot grote verbazing van haar familieleden en de andere aanwezigen stapte Florence zonder problemen uit haar bed, hing ze de medaille rond het beeld en was zij van die dag af niet meer verlamd. Het verhaal van miraculeuze genezing verspreidde zich als een lopend vuurtje door Lier, vooral omdat het die dag marktdag was. Het Mariabeeld werd dan ook met veel luister overgebracht naar de kerk op 23 augustus 1874. En het hield niet op bij die ene genezing Op 4 november 1874 verkreeg lsabelle Seis uit Sint-Katelijne-Waver in de kerk van Lisp genezing van een hersenziekte. En op 22 mei 1895 was het opnieuw zover: toen genas Maria Van den Wyngaard uit Lier-Pullaar tijdens haar bedevaart naar Lisp. Haar totaal vergroeide voet genas tijdens haar gebed tot Onze-Lieve-Vrouw. Nog verschillende genezingen volgden waardoor dit beeld van Onze-Lieve-Vrouw van het Heilig Hart ook de eretitel 'Hoop der hopelozen' heeft meegekregen.
Omwille van de verschillende genezingen ontstonden er al snel heel wat groepsbedevaarten. Deze bedevaarten kregen een eerste genadeslag met de treinramp in Kontich in 1908. Heel wat bedevaarders uit het Brusselse zaten op de ramptrein. De groepsbedevaarten uit Brussel namen met deze ramp dan ook een einde. Ook beide Wereldoorlogen hadden een negatieve invloed op de groepsbedevaarten naar Onze-Lieve-Vrouw van Lisp. Maar de individuele bedevaarder heeft zeker niet afgehaakt. Doorheen het jaar branden heel wat gelovigen een kaarsje bij het miraculeuze beeld. En in de meimaand is het uiterst moeilijk om een moment te vinden dat je in de kerk van het Lisp alleen bent: het is een komen en gaan van bedevaarders.