Waarom verschijnt Jezus als de Gekruisigde? In de weken die aan Pasen voorafgingen, hoorden we hoe Johannes in zijn evangelie de band maakte tussen de kruisdood en de verheerlijking. Er was sprake van de Mensenzoon die wel moest lijden, maar ook omhooggeheven, en van de graankorrel die verdwijnt in de donkerte van de aarde om vruchten voort te brengen. Nu, na de verrijzenis, maakt de evangelist opnieuw de band, ditmaal vanuit het paasgebeuren met alles wat eraan vooraf ging. De Jezus die verschijnt aan zijn leerlingen is Diegene die zij gevolgd zijn van Galilea tot Jeruzalem en die op een onmenselijke manier geleden heeft. De littekens zijn dus geen gezichtsbedrog. Het zijn tastbare tekenen die herinneren aan wat voorbij is, maar die ook van belang zijn om te begrijpen waaróm dit alles gebeurde.
Op Goede Vrijdag verminkten deze wonden nog zijn lichaam, maar nu niet meer, want de pijn is geleden. Hij heeft die pijn doorstaan vanuit zijn liefde voor de Vader en voor alle mensen en juist die liefde maakt de tekenen van zijn lijden voor altijd onuitwisbaar. Daarom is het voor Johannes geen detail dat Jezus als de Gekruisigde te midden van zijn leerlingen komt. En juist dank zij die ontmoeting geraken ze over hun verdriet en ontgoocheling heen en kunnen ze nog sterker aanvoelen wie Hij is, wat zijn zending is geweest en waarom God de verrijzenis aan Hem liet gebeuren. Ze waren vervuld van vreugde, schrijft Johannes, en ze voelen de vrede die Hij hun toewenst in hun hart.
Tomas was er dus niet bij die dag. Hij leeft nog met de scherven van zijn stukgeslagen dromen. Hij kan dan ook moeilijk aanvaarden wat de anderen hem vertellen. Hij heeft niks aan een goedkoop verrijzenisgeloof dat los staat van Jezus' lijden en dood. Hij mag dan bekend staan als de 'ongelovige', zijn twijfels en aarzeling zijn niet uit de lucht gegrepen. Hoe zouden wij reageren? Is Tomas' worsteling ook niet de onze? Bevinden wij ons ook niet regelmatig achter gesloten deuren en zijn we ook niet bang voor de confrontatie met een leven dat we niet helemaal kunnen vatten?
Toch blijft Tomas niet in zijn verbijstering steken. Hij keert terug naar de andere leerlingen die de paasvrede al gevonden hebben en daar ontmoet hij dan zijn Meester, die hem vraagt zijn handen te leggen in de littekens van zijn lijden. Wat er op dat moment gebeurt, weten we niet, maar Tomas spreekt de mooiste geloofswoorden uit die we in het Johannesevangelie vinden. Voor hem staat niet alleen Jezus van Nazareth, maar vooral zijn 'Heer' en zijn 'God'.
Welke boodschap krijgen wij, zo'n acht dagen na Pasen? Het geloofsgetuigenis van de leerlingen is een onmisbare schakel tussen Jezus' verrijzenis en de geboorte van de kerk. Zij hebben Hem als de Levende in hun midden ervaren en verkondigd. Zij hebben mensen opgeroepen om ook te geloven.
En deze zondag doet Tomas dat heel bijzonder, zoals we zullen horen in het evangelie. Hij nodigt ons uit om goed te kijken en in de Gekruisigde de Heer te herkennen. In die Gekruisigde en Opgestane Heer mogen wij de trouw ervaren van onze God voor al zijn mensen. Hij die als een misdadiger werd terechtgesteld, heeft God bevestigd als zijn Zoon, als de Weg, de Waarheid en het Leven. In Hem krijgen wij de zekerheid dat lijden noch dood de mens te gronde kunnen richten. Ja, God zelf heeft de kruiswonden van zijn Zoon geheeld en Hij blijft dat doen overal waar mensen het leed van anderen in zijn Naam proberen te dragen.
Dank zij Jezus' verrijzenis weten we dat elke pijn, hoe groot of hoe klein ook, gedragen wordt door Gods liefde. Dat neemt natuurlijk de schaduwzijden van het leven, de vragen en de twijfels niet weg, maar het brengt ons wel tot bij Jezus als de Verrezene. Bij Hem vinden we de echte 'sjaloom', de vrede die ons hart rustig maakt. De leerlingen en Tomas in het bijzonder worden ermee overstelpt op het ogenblik dat zij hun Heer ontmoeten en herkennen. Mag dit ook aan ons gebeuren in deze dagen na Pasen!
Jan Verheyen, pastoor-deken