Jezus had het meteen gezien: op deze mens kan ik bouwen. Al bij de eerste ontmoeting vertellen de evangelies dat Jezus aan Simon een nieuwe naam geeft. Simon is een Hebreeuwse naam die betekent 'Hij die naar God heeft geluisterd'. Juist door dat luisteren zal zijn geloof sterk genoeg zijn om tot fundament te worden van de nieuwe gemeenschap. Daarom wordt hij Petrus – en dat betekent rots – genoemd.
In de evangelies heeft Petrus zijn 'flitsen'. Vóór alle anderen (h)erkent hij Jezus als de Christus. Tegelijk blijft hij menselijk klein en laat hij Jezus bijvoorbeeld in de steek wanneer die wordt aangehouden. Van bij de start van de Handelingen is het duidelijk dat Petrus een prominente rol speelt. Nu moet hij die rots zijn waartoe hij door Jezus geroepen werd. Zijn naam wordt vaak als eerste genoemd, maar bijna nooit zonder andere apostelen of de groep als geheel te vermelden. Het leiderschap van Petrus torent niet boven de anderen uit, het huis van de gemeenschap heeft vele stenen nodig.
Het zijn de woorden van Jezus die nu in hem tot leven komen: als men u gevangen neemt of aanklaagt, maak u dan niet druk over wat je zal zeggen, de Heilige Geest zal het u ingeven. En inderdaad, de visser van Galilea, spreekt door God geïnspireerd het volk en ook de leiders van de tempel toe. Het is een felle man die Petrus. In zijn toespraken vertelt hij bevlogen over de hele Joodse geschiedenis en hoe Jezus al door de profeten werd aangekondigd. Tegelijk maant hij de toehoorders scherp aan om zich te bekeren en zich te laten dopen in de naam van Jezus Christus. Niet alleen zijn woorden verkondigen de Blijde Boodschap. Hij is zo doordrongen door de boodschap van Jezus dat zijn hele lichaam en handelen teken van verkondiging zijn. Zo helpt hij net als Jezus een verlamde man weer opstaan en wordt zelfs verteld dat mensen zieken langs de kant van de weg legden in de hoop dat de schaduw van Petrus over hen zou komen.
Petrus blijft ook in de handelingen leerling van Jezus. We lezen een prachtig verhaal over zijn leerproces in verband met de reinheid van voedsel en de besnijdenis. Zijn beginwoorden van zijn eerste toespraken 'mannen broeders van Israël' worden steeds universeler: wat is er op tegen hen te dopen als Gods Geest hen al in onze gemeenschap heeft binnengebracht?
Na hoofdstuk 15 horen we in de handelingen niets meer over Petrus, de fakkel wordt door Paulus overgenomen. Petrus heeft het Woord van God verspreid in gans Israël, nu zal Paulus het verder brengen naar de hele wereld. Er zijn verder in het Nieuwe Testament nog wel twee brieven die aan Petrus worden toegeschreven.
Tom Schellekens
