zondag 11 april 2021
FEEST VAN DE GODDELIJKE BARMHARTIGHEID
Joh 20, 19-29
De leerlingen van Jezus hebben hun verblijfplaats goed afgegrendeld uit schrik voor de Joden. Ze zijn bang aangehouden te worden zoals Jezus en hetzelfde lot te moeten ondergaan. Maar, grote verrassing: plots staat Jezus in hun midden. Dit betekent dat het niet de historische Jezus is die daar lichamelijk aanwezig is. Blijkbaar heeft Jezus een nieuw lichaam dat overal aanwezig kan zijn. Het is de verrezen Heer. Hij kan alles doordringen met Zijn aanwezigheid. Overal en altijd kan Hij aanwezig zijn. En Zijn eerste woorden zijn: “Vrede zij u” . Dit is een vrede die door lijden, dood en verrijzenis is gegaan. Zij schenkt de leerlingen onmiddellijk vergeving, ook al waren ze gaan lopen en hadden ze Jezus alleen gelaten. Er is nog iets speciaals! De Verrezene toont zich als de Gekruisigde: Hij laat Zijn handen en Zijn zijde zien. Het is de Verrezene “met de gekwetste handen”. Het duidt erop dat Jezus lijden een dood doorleefd heeft en vooral “door-liefd”. Hij zal altijd tussen Zijn volgelingen aanwezig zijn als de Gekruisigde die verrezen is. Naast de vrede, geeft Hij een tweede geschenk: de vreugde.
Meteen krijgen de leerlingen een derde cadeau: de H. Geest. Ze worden immers gezonden om Jezus’ werk, geïntensifieerd door de verrijzenis, verder te zetten: “Zoals de Vader Mij gezonden heeft, zo zend ik U”. Deze zending behelst het mysterie van de gekwetste handen en zijde, het mysterie van de totaal gegeven liefde. Dan gebeurt er iets moois: Jezus blaast over Zijn leerlingen. Het is alsof de nieuwe schepping weer begint. Het is Pinksteren. In het Johannesevangelie vallen Pasen en Pinksteren op dezelfde dag. Deze H. Geest geeft een nieuwe bekwaamheid aan de leerlingen: ze kunnen in Jezus’ naam en in Gods naam vergiffenis schenken aan de mensen. Om deze bekwaamheid heeft paus Johannes-Paulus II deze zondag de zondag van de goddelijke barmhartigheid genoemd. Vergiffenis vragen en vergiffenis schenken zijn eigenlijk paaservaringen.
Nu pas wordt verteld dat de apostel Thomas niet bij de leerlingen aanwezig was. Toen Hij terugkeerde, spraken de leerlingen hem over de ontmoeting met de verrezen Jezus: “Wij hebben de Heer gezien”. De reactie van Thomas verklaart zijn naam. Hij wordt Didymus genoemd. Dat betekent tweeling. Eerste betekenis: hij is een broer van elke lezer, van elke mens. Tweede betekenis: hij is een ongelovige en een gelovige. Beide elementen zitten in hem. Eigenlijk is hij een cadeau voor de lezer: hij reageert zeer nuchter! “Als ik zijn handen met de tekenen van de nagelen niet kan zien, als ik mijn handen niet in zijn zijde kan leggen, zal ik zeker niet geloven”. Thomas verwoordt de vragen van de lezer en van de mens. Maar hij moet acht dagen wachten. Het is pas de volgende zondag dat Jezus weer komt. Thomas beleeft een kerkervaring in het duister.
Acht dagen later verschijnt de Heer opnieuw. Hij spreekt Thomas aan. Hij spreekt tot hem met zijn eigen woorden. Jezus kent ze dus. Ook tegen hem zegt Hij: “Vrede zij u”. Maar Jezus voegt iets toe: “Wees niet langer ongelovig, maar gelovig”.
Wat valt op? Thomas heeft niet de behoefte om de Verrezene aan te raken en te betasten. Hij komt onmiddellijk tot geloof en spreekt de grootste geloofsbelijdenis uit die in het evangelie voorkomt: “Mijn Heer en Mijn God”. Thomas erkent Jezus als “de Heer” van leven en dood, degene die “God” is. Ook engageert hij zich heel persoonlijk: “Mijn Heer en mijn God”. Wat heeft Thomas tot geloof gebracht? Vooreerst dat Jezus hem zeer persoonlijk aansprak en hem aanvaardde zoals hij is. Het woord van Jezus was voldoende om het geloof te wekken. Het hele evangelie (het woord van God) biedt de kans de Verrezene te ontmoeten en tot geloof te komen. Bovendien zijn de wonden van Jezus een richtingwijzer. Zij spreken van de grenzeloze liefde van Jezus, zowel voor God als voor de mens. Wie die gekwetste handen ziet en erover nadenkt, geeft zich gewonnen aan Jezus en aan Zijn liefde. En Jezus’ wonden zijn te herkennen in de menselijke kwetsuren.
De zaligspreking zet Thomas een bank achteruit. Hij heeft namelijk nog mogen zien, de lezer heeft enkel het woord van het evangelie en het getuigenis van Thomas en van de apostelen: “Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben”. Toch blijft zijn geloofsbelijdenis ook voor mensen van vandaag een te overdenken uitspraak!
Deken Jaak Janssen
Foto: Het ongeloof van Thomas - Bocholt, Sint-Laurentiuskerk © FrA