“Ik was vreemdeling en jullie namen mij op” (Mtt. 25)

Buitengewoon jubeljaar van de Barmhartigheid

Op 8 december 2015 is het Buitengewoon Jubeljaar van de Barmhartigheid van start gegaan in Rome. In enkele eerdere bijdragen heb ik hierover wat meer toelichting gegeven. Zeven ‘Werken van Barmhartigheid’ zijn er. Elke maand geef ik een korte bezinning bij één van die werken. Misschien kunnen we er zelf iets mee doen in onze eigen omgeving.

Onderdak bieden aan hen die vreemdeling zijn

Dat is één van die zeven werken.

Het blijft actueel. ‘Het vluchtelingenprobleem is zo oud als de bijbel’, schrijft rabbijn Raphael Evers. Hij citeert daarbij Exodus 22:21: “Een vreemdeling zal je niet onderdrukken, noch hem benauwen want je bent vreemdeling geweest in het land Egypte”.

In de Joodse traditie wordt onderdrukken uitgelegd als pijnigen met woorden, terwijl benauwen als financieel onheus behandelen opgevat wordt. De Bijbelse naastenliefde eist echter niet dat hulpbehoevenden eeuwig ten dage hier blijven. Wanneer de oorlogsdreiging of hongersnood in het land van herkomst geweken is, kan de vluchteling terug. Toen de Joden vijf eeuwen voor de burgerlijke jaartelling weggevoerd werden naar Babylonië kregen zij van de profeet Jeremia in naam van God een opdracht mee: “Bevorder de welvaart van de stad van jullie ballingschap.” Dit betekent dat men mee moet werken aan de opbouw van de stad waaruit ze verdreven zijn nadat men er in vrede kan terugkeren.

Naar aanleiding van het uitroepen van de zondag van Barmhartigheid (weekend van Beloken Pasen), werd door het Vicariaat een gebedskaart opgesteld. Laten we deze tekst, een gebed, af en toe eens in de hand nemen als we geconfronteerd worden met de schrijnende beelden in de media van de duizenden vrouwen, mannen en kinderen, op de vlucht voor oorlogsgeweld in het Oosten.

Gebed

God onze Vader, ‘Ik ben met U’, is uw barmhartige Naam.
Eens was U met het volk dat vluchtte uit de ellende en de verdrukking van de slavernij in een vreemd land.
In onze dagen bent U met duizenden mensen, mannen en vrouwen, kinderen en jongeren die vluchten voor de onmenselijkheid van oorlog en vervolging, honger en armoede.
Om vergeving bidden wij U, Vader, omdat angst en vijandigheid, twijfel en onverschilligheid niet alleen wonen in een Europa met gesloten grenzen, maar ook in onze harten.
Om uw Geest van liefde, bidden wij U, Vader die ons harde hart verzacht zodat wij in vluchtende mensen, onze broers en zussen, het lijdende gelaat van uw Zoon herkennen en nooit onberoerd aan hen voorbij gaan.
Om uw Geest van barmhartigheid, bidden wij U, Vader, die ons aanmoedigt om de vreemdeling op te nemen in onze harten en in onze huizen met warme gastvrijheid en liefdevolle zorg.
Maak ons tot werkers van uw barmhartigheid opdat alle mensen op de vlucht eens overvloed van vreugde vinden in het volle leven dat Gij ons hebt toegezegd in de verrijzenis van uw Zoon.

Oproep voor ‘concrete’ hulp

• Nadat het Syrische gezin begin maart vertrokken is naar Moerkerke, heeft op woensdag 30 maart een nieuw gezin zijn intrek genomen in het opvanghuis te Kerkom. Ook nu opnieuw een ‘groot’ gezin: vader, moeder en zes kinderen. Moeder is zwanger en verwacht haar zevende kindje tegen einde mei. Het is een familie die het oorlogsgeweld in hun stad in Irak achter zich heeft gelaten en na een tocht van bijna 1 maand op 6 november toegekomen is in België. De eerste opvang gebeurde in het opvangcentrum in Lommel en van daaruit zijn ze dan doorverwezen naar Kerkom. Vader spreekt vrij goed Engels, de oudste zoon van bijna 14, eveneens. Zij moeten hier nu wachten op twee interviews op de dienst vreemdelingenzaken vooraleer zij het statuut van asielzoeker bekomen. Intussen zullen de kinderen, variërend tussen 2 en 14 jaar, in Boutersem naar school gaan. De ouders zullen Nederlands leren en indien er een positief advies komt van de dienst Vreemdelingenzaken, zal de zoektocht naar een huurhuis opnieuw beginnen.

Op dit moment zoeken wij voor het gezin fietsen: een herenfiets, en uiteraard ook kinderfietsen. Indien u nog ergens een fiets hebt staan die niet meer gebruikt wordt, kunt u contact opnemen met het OCMW Boutersem.

• In een schrijven van 3 april roept Mgr. Lemmens, onze hulpbisschop, iedereen op beschikbaar onroerend goed ter beschikking te stellen voor opvang van vluchtelingen. Er is grote nood aan woningen voor mensen die erkend werden als vluchteling (zie Syrisch gezin) en dus voor langere tijd hier hun leven zullen uitbouwen.

U kunt contact opnemen met het OCMW Boutersem voor verdere afspraken: Melissa Demeer, Sociale Dienst OCMW Boutersem, 016 734478, melissa.demeer@ocmw.boutersem.be

Christ Smeets