Voor de 1ste communie in 2018, volg deze info.
Catechese 2016-2017 in beeld
Catechese werkt meestal rond een thema dat verbonden is met een bijbels verhaal. Toeval of niet, maar dit jaar heeft het verhaal van Noach zowel de catechisten van de 1e communie als van het vormsel geïnspireerd.
Dat verhaal van de ark van Noach eindigt met een positieve boodschap: God probeert het opnieuw. Hij sluit een verbond met de mensen waarbij de regenboog hemel en aarde met elkaar verbindt. In de catechese zoeken we uit wat de verteller ons wil duidelijk maken en wat zo'n verhaal voor ons vandaag kan betekenen.
De eerstecommuniecatechese: God schildert in vele kleuren.
Het was een boeiende tocht om deze kinderen voor te bereiden.
Stap voor stap gingen we op weg naar deze mooie dag.
Het was niet altijd even gemakkelijk, maar het was de moeite waard.
Daarom zijn we vandaag blij dat deze kinderen voor de eerste maal bij en met Jezus aan tafel gaan.
Zo luidde het welkomwoord van een catechiste bij het begin van een van de drie eerstecommunievieringen. Liefst 54 kinderen mochten er voor het eerst, zoals de grote mensen, helemaal bij zijn.
Over de catechese die daaraan is voorafgegaan hadden we een gesprek met Astrid Paenhuys en Yvette Vandevelde, twee van de catechisten van de eerste communie.
De eerstecommuniecatechese heeft zich vooral gefocust op het thema van de regenboog. God schildert met vele kleuren. Elke kleur is nodig en heeft zijn plaats; elke kleur is uniek en alle kleuren samen drukken de hoop uit dat er ooit een wereld komt waar iedereen met elkaar in vriendschap en vrede verbonden is. Ook in de catechese is ieder kind belangrijk. Iedereen telt mee en samen kleuren catechisten en kinderen de catechesemomenten in. Stap voor stap leren ze Jezus beter kennen.
Die catechese gebeurt op verschillende plaatsen, in drie groepen, vanaf november tot mei. Inhoud en thema wordt door de catechisten in een lees-, werk-, zing- en bidboekje gegoten. Dit alles is vooraf toegelicht in een oudervergadering. Om de kinderen vertrouwd te maken met ‘samen vieren in de kerk’ worden ze uitgenodigd om naar de gezinsvriendelijke vieringen te komen en er een drietal keren actief aan deel te nemen.
Eerste bijeenkomst. De kinderen gaan samen op weg om elkaar en Jezus beter te leren kennen en te ontmoeten. Via een bol wol die ze over en weer naar elkaar gooien vormen ze een spinnenweb, waardoor ze met elkaar verbonden worden en ze zichzelf voorstellen. In de eerste bijeenkomst brengen ze ook een versierde doos mee, met enkele voorwerpen die hen aan Jezus herinneren. Dat kan van alles zijn, hun doopkaars, een foto van hun doop, een kruisje van takjes gemaakt, zelfs een doopkleedje… Ze begroeten elkaar met een hand, een kus, of neuzeneuze zoals de Eskimo’s. Ze leren Jezus begroeten met een kruisteken.
Tweede bijeenkomst. Ze luisteren naar een verhaal over de kleuren van de regenboog en zingen er een liedje over, ja dat van K3: ’Van Afrika tot in Amerika, ja wij zijn zoveel mooier als we samen zijn.’
Deze bijeenkomst valt in de advent. Ze leren over verwachten, uitkijken naar een feest, een fijne gebeurtenis… Ze maken een adventskrans, waarop je elke week een kaarsje meer mag aansteken. Zo komt er steeds meer licht en warmte in deze donkere en koude periode tot we met Kerstmis Jezus verwelkomen als hét Licht voor alle mensen.
Maar ze denken ook aan wie niet kan vieren, wie het koud heeft. Er zijn kinderen die weinig of geen speelgoed hebben, die niet direct naar de dokter kunnen als ze ziek zijn. Vele mensen hebben verdriet, zijn eenzaam, horen er niet bij, voelen zich uitgesloten. Jezus heeft verteld dat God wil dat iedereen gelukkig is. Bij Hem zijn alle mensen welkom. Maar er is nog veel werk aan de winkel voor iedereen het goed heeft en meetelt. In de aansluitende gezinsviering hebben de ouders van de communicanten soep gemaakt voor de actie ‘Soep op de stoep’ van Welzijnszorg. Zo leren de kinderen hun steentje bijdragen aan een warmere samenleving.
Derde bijeenkomst. Ze leren bidden, praten met Jezus in verschillende situaties: om dank u te zeggen (dankgebedjes), om hulp te vragen (gebedjes om de zegen) en om sorry te zeggen (gebedjes om vergeving). Ze bespreken hoe ze kunnen bidden, eventueel met een kaarsje erbij, in een gebedshoekje op hun kamer, met zelf gekozen woordjes… En uiteraard bidden ze het Onze Vader, dat mooi uitgebeeld staat op een armbandje.
Lieve Heer, Als ik buiten speel met vriendjes, zijn er ook vele gevaren. Leer me steeds goed uit te kijken, wilt U me bewaren?
Op de vooravond van Kerstmis in de gezinsviering worden alle eerste communicanten en vormelingen uitgenodigd om mee te spelen in het kerstspel.
Vierde bijeenkomst. In een van de bijeenkomsten beluisteren ze het verhaal van de Ark van Noach, volgens ‘Godly Play’. Godly Play is een speelse weg van geloofscommunicatie, een creatieve en ervaringsgerichte manier om bijbelverhalen te verkennen met kinderen, jongeren of volwassenen. Deze methode vertrouwt op de kracht van verhalen. Het spelen en vertellen van verhalen is er een fundamenteel onderdeel van. De verhalen worden sober en authentiek verbeeld met behulp van spelmateriaal. Het combineert spel, ritueel, creativiteit en verhaal, en wil zo helpen om de christelijke taal beter te verstaan, om parabels en bijbelverhalen, stilte en liturgische handelingen beter te leren aanvoelen. Een Godly Play bijeenkomst heeft verschillende onderscheiden momenten: het (rustig) binnenkomen, het vertelmoment (het verhaal vertellen, beluisteren en op het eigen leven betrekken), de creatieve verwerking (een tekening maken, iets boetseren…), een feestelijk dankmoment en het afscheid.
Vijfde bijeenkomst. Ze luisteren naar het verhaal over Simeon die naar de tempel gaat, en daar Jozef en Maria ontmoet als ze Jezus naar de tempel brengen. Er wordt verteld over de betekenis van het doopsel en van het feest van Lichtmis. ‘Wees altijd een lichtje voor de anderen.’ Er zijn nog speciale momenten waarop Jezus ons bijzondere kracht en sterkte geeft om op weg te gaan. Dit noemen we de tekenen van Gods liefde voor de mensen. Zo’n teken noemen we ook een sacrament. Er zijn er zeven, die alle worden toegelicht. Aansluitend volgen de kinderen de lichtmisviering, waar de gedoopte kindjes van het voorbije jaar hun doopschelpje mee krijgen.
Zesde bijeenkomst. Om Jezus nog beter te kennen luisteren ze naar het verhaal waar hij de kooplui uit de tempel jaagt. Daarna bezoeken ze de kerk. Ze leren dat dit gebouw het huis van God is. De plaats waar God zijn vrienden uitnodigt en verwacht, waar alle mensen samenkomen om te bidden, tot rust te komen, vreugde en pijn te delen, te danken en te vieren. Via een zoekspel en een quiz de verkennen ze de kerk: het portaal met het wijwatervat, de doopvont, het altaar en de paaskaars, de preekstoel, de lezenaar en de bijbel, het tabernakel en de godslamp, de kruisweg en de biechtstoel, de sacristie met de gewaden voor de priester, de bewaarplaats voor de kelken en de voorraad hosties en kaarsen… Ze leren ook dat elke kerk een beschermheilige heeft. Dat bezoek vinden de meeste kinderen heel leuk. Spannend ook om in dat gebouw zomaar te mogen rondlopen, en zelfs op de preekstoel te mogen klimmen, als die tenminste nog een trap heeft... Maar dat de heilige Lucia een zwaard in haar keel kreeg, vinden ze toch maar niks.
Zevende bijeenkomst. Via het verhaal van het Laatste Avondmaal leren ze de onderdelen van een eucharistieviering kennen, in het bijzonder de Consecratie. Als voor een feest versieren ze de tafel met bloemen en kaarsen, ze dekken de tafel met brood en wijn; de priester zal het brood zegenen en vragen om aan Jezus te denken. Vooraleer het brood te ontvangen bidden ze het Onze Vader, en wensen ze elkaar de vrede. Ze oefenen de communie. Verwerking gebeurt in een gezelschapsspel van ‘breken en delen’, waarin ze koekjes verzamelen en op het einde herverdelen. Zo komen ze tot de kern van de eerste communie: Jezus, die ons graag ziet, komt in ons zodat we kracht krijgen om meer en meer te leven zoals Hij en om zo mee te werken aan Gods droom van de wereld.
Achtste bijeenkomst. Door te luisteren naar het verhaal over de ongelovige Thomas leren de kinderen iets over ‘vertrouwen’. Ze oefenen dat ook in een spelletje: een van hen wordt geblinddoekt en moet aan de hand van aanwijzingen van de anderen een parcours afleggen. Ze bespreken samen of ze het eng vinden om geblinddoekt te zijn, waar ze bang van zijn, hoe ze het vinden om je vriendje te moeten begeleiden. Het gaat erom om vertrouwen te hebben zonder dat je kan zien. Kan je altijd alles zien of aanraken ? Zijn er ook dingen die bestaan maar die je niet kan zien of aanraken?
Negende bijeenkomst. Er wordt een verhaal verteld over een eekhoorn. Net als de Verloren Zoon is hij het beu in zijn eigen bos. Hij wil naar een leuker en spannender bos. Verdrietig geeft zijn vader hem tenslotte een grote voorraad eten mee. We kennen het verhaal: dat andere bos is maar even leuk, na een tijd is zijn voorraad eten op en kijkt niemand nog naar hem om. Hij gaat terug naar huis, waar zijn vader doodgelukkig is en een feest organiseert. Hier leren de kinderen iets over fouten erkennen en elkaar vergeven, en dat Jezus telkens opnieuw vergeeft. Ze overlopen nog eens alle delen van een eucharistieviering: het welkom, de vergeving, het loven, de woorddienst, het bidden voor elkaar, de tafeldienst en het aanbrengen van de gaven, de consecratie, het Onze Vader en de vredeswens, de communie.
Daarna komen ze nog één keer samen voor de grote repetitie. En ook al loopt die in het honderd, op de dag zelf is daar niets van te merken.
Hun ervaringen met de kinderen: ze zijn oprecht nieuwsgierig. Er is verschil in geloofsbeleving: sommigen willen echt een vriend van Jezus worden, anderen zijn eerder onverschillig. Ze nemen niet alles klakkeloos aan. ‘Is dat wel zo?’ vragen ze soms. Stilzitten is moeilijk, daarom moeten we zorgen voor genoeg afwisseling. Maar het geeft toch voldoening.
Veel dank aan Astrid Paenhuys, Yvette Vandevelde, Marga Van Aarle, Hilde Abts en Ilse Van Rompaey die een belangrijk deel van hun vrije tijd met veel geduld en inzet hebben gegeven aan de kinderen.
Bettie Geelen