De twee laatste dagen werden we een aantal keren natgemaakt door een paar regenbuien. Maar we moesten maar denken dat dit hemelwater een vorm van goud is dat uit de hemel valt. Goed om het landschap mooi groen te houden.
Maar het venijn zat hem in de staart. Toch voor de inzittenden van één van de reiswagens tijdens de rit terug naar België. In mijn auto zaten wij met zeven, lekker opeengepakt, tussen de bagage. Plots werden onze meisjes in het midden een tikkeltje nerveus, angstig en zelfs hysterisch!
Er was namelijk een achtste passagier, een Duitse wesp die zich als verstekeling had verschanst in onze auto, en op een bepaald moment Lieze te pakken had gekregen. Zij stak het arme slachtoffer op de rug, en was vervolgens weer nergens meer te vinden. De paniek steeg ten top! Dus vliegensvlug geparkeerd op een nood-parkingstrookje langs de kant van de snelweg, en met zijn zevenen op jacht naar het mormel, ergens in de wagen. Op het eerste gezicht was zij nergens meer te vinden, maar net toen we wilden vertrekken zat het monster op de rand van de deur. Josse gaf haar met een welgemikte klop van zijn crock-pantoffel de genadeslag. Bevrijd van het ondier konden wij opgelucht onze reis naar onze heimat verderzetten.
Vooraleer naar onze eigen thuis te gaan werden we nog getracteerd door Marga, echtgenote van Renaat, in de tuin bij hen thuis op lekkere pizza. Voor eenieder nog een welgemeende en deugddoende afscheidsknuffel… Eind goed, al goed.
De boodschapjes die wij in mekaars trekboekjes hebben geschreven zullen de vriendschap in onze fijne groep enkel nog verstevigen. Tot volgend jaar, en nog een leuke vakantie.
Dank aan Noa (onze jongste deelnemer), Loeka, Lieze, Lotte, Charlotte, Josse, Lowie, Tibaut, Yornick, Brecht, Renaat en mijzelf (Herman) voor weer eens een onvergetelijke trektocht!
Dank voor het lezen… Herman Van Steenbergen