Let us spread a pollen of peace throughout the world,
laten we bloemen van vrede uitstrooien over de hele wereld.
De woorden van dit mooie lied dat ik leerde kennen via het solidariteitskoor van mijn kinderen, hebben de hele week in mijn hoofd geklonken. Ze waren voor mij een steun om in de voorbije week de moed niet te verliezen en te blijven geloven dat het anders kan, dan het anders moet!
Opgestapelde vernederingen en opgekropte woede
die blinde terreur wordt.
Wraakacties en dreigend verbaal geweld.
Een week vol onnoemlijk menselijk leed en immens verdriet,
een week van angst en wanhoop.
Haat en vergeldingsdrang alom.
Opgejaagde mensen, verdreven uit hun huis,
op zoek naar wat men ironisch een veilige schuilplaats noemt.
Geen water, geen eten.
Lopen op scherven van kapotte huizen.
Een levend schild van huilende kinderen,
radeloze vaders en moeders.
Slapeloze nachten te midden van bombardementen.
Een week van afgesneden zijn van vrienden en familie,
van de buitenwereld zonder meer.
Complete duisternis, letterlijk en figuurlijk.
Elektriciteit afgesloten, mensen opgesloten
in een gebied waar amper kan geademd worden.
Baby’s, zieken, gewonden ten dode opgeschreven.
Strijdende mensen, vastberaden om de vijand klein te krijgen,
er vast van overtuigd dat ze het recht aan hun kant hebben.
Mensen aan beide kanten van een oorlogsgebied,
op zoek naar een veilige plek om te leven
ironisch genoeg heen en weer geslingerd tussen leven en dood.
Na zo’n week ben ik bijna beschaamd om mens te zijn.
Tot welke verdere waanzin is de mens in staat?
Hebben we als mensen dan niets bijgeleerd
uit voorbije gewelddadige episodes in onze geschiedenis?
Denken we echt dat onderdrukking, dictatuur, vergelding
de weg is naar veiligheid en vrede?
Op deze vraag is het retorische antwoord duidelijk.
De enige weg naar vrede is dat elk volk een plaats krijgt
met erkenning van grenzen,
met respect voor ieders eigenheid,
met wederzijds vertrouwen
en bereidheid tot luisteren en onderhandelen.
Ondanks de waanzin van de voorbije week en van de weken
die nog komen, mogen we de moed niet opgeven.
We mogen niet immuun of onverschillig worden voor wat gebeurt,
we mogen de slachtoffers niet vergeten,
we moeten ons blijven verzetten tegen geweld en onrecht,
waar ook ter wereld.
Als onze God, de God van joden, moslims en christenen
een God van liefde is, geduldig en barmhartig
tot in het duizendste getal,
zouden we dan niet samen beginnen met het uitstrooien
van kleine zaadjes van hoop en vrede in onszelf,
in onze omgeving en over de hele wereld.
Let us spread a pollen of peace throughout the world
Laten we samen bloemen van vrede uitstrooien over de hele wereld!
Mia Lamaire, lid van de zoneploeg