Gemeenschap Rabboeni in Gent
Karen Germeys • Ons huis kreeg de naam Rabboeni, meester. Als je weet dat Bernardus, een monnik uit de 12e eeuw, de religieuze gemeenschap omschrijft als een school van liefde met Christus als enige Meester, dan zegt dat al veel over wie we proberen te zijn.
School van liefde
We zijn 6 uiteenlopende karakters met even diverse temperamenten. ZHet zal niet verbazen dat die verscheidenheid een gave én een opgave is, iets waar we elke dag opnieuw moeten aan werken opdat ze echt verrijkend zou zijn en een kans tot ‘meer en mooier mens worden aan en met elkaar’. Door zelf mildheid te ervaren bij medezusters, ga je vanzelf op een andere manier om met mensen.
Deze plaats leert mij een mens van verzoening te worden, omdat we geen gemeenschap zijn van heiligen, maar van gewone mensen.
Ook mezelf leren liefhebben
De gemeenschap is ook de plaats om te leren toegeven dat ik inderdaad niet alles kan, wat ik zou willen kunnen. Misschien nog meer: dat ik ook niet alles moet kunnen en dat ik hier eigenlijk niets te bewijzen heb. God heeft mij meer lief dan ik mijzelf, met alle mogelijkheden die Hij me gaf en nog meer al wat ik liefst had veranderd bij mezelf. Daarin ben ik soms een moeilijke leerling, geef ik toe.
Maar Bernardus schrijft ergens:
Wie vooruitgang maakt in het geestelijke leven, zal ertoe genodigd worden om zijn blik af te wenden van zichzelf, niet meer bekommerd te zijn om de eigen vervolmaking, maar om uit te kijken naar de Heer!
Gezonden naar jonge mensen
Rabboeni heeft ook de opdracht een open en gastvrij huis te zijn voor jonge mensen. Er zijn initiatieven die we zelf op touw zetten (Evangelie en Leven, Bernardusdagen), sommigen werken mee aan de activiteiten van IJD Jongerenpastoraal, anderen zijn aanwezig bij leerlingen op de speelplaats.
Daarnaast is er ook het gemeenschapshuis Ruach, waar studenten en jonge werkenden wonen en waar geloof een uitdrukkelijke plaats krijgt. Met de Ruachers delen we onze kapel en onze tuin. En ze springen gemakkelijk binnen voor kleine of grotere vragen.
Zelf ervaar ik het als een grote vreugde te mogen aanwezig zijn bij de jongeren.
Soms kan je zelf even een ander perspectief bieden bij de zaken waarom ze bezorgd zijn of kan je een woord van bemoediging spreken dat werkelijk gehoord wordt. Maar even vaak weet ik niet of ik zelfs wel echt goed geluisterd heb naar de onmacht van wie met een zware rugzak door het leven gaat. Dan kan en mag ik hen enkel in gebed toevertrouwen aan God, die oneindig veel creatiever is, in het vertrouwen dat Hij alles ten goede leidt.
Meer weten
Zusters Bernardinnen Gent op Facebook