Zwarte madonna van Częstochowa
Czestochowa, het ‘Lourdes van Polen’, dankt zijn aantrekkingskracht aan het icoon van de Zwarte Madonna, dat zich in een klooster op de heuvel Jasna Gora bevindt. De geschiedenis van het klooster gaat terug tot eind 14de eeuw. Omstreeks 1384 zou het icoon van de Zwarte Madonna haar intrede in het klooster hebben gedaan.
Volgens de overlevering werd het icoon in 1430 tijdens een veldslag door hussieten uit het altaar gerukt en meegenomen. Onderweg bleek het icoon steeds zwaarder om dragen te worden en toen men probeerde het in stukken te breken, begon het te bloeden. Een litteken op de linkerwang van Maria zou daarvan nog steeds getuigen. Later, in de 17de eeuw, zou de Zwarte Madonna het klooster en de stad hebben behoed voor een nederlaag tegen een Zweeds leger. Ook wonderbaarlijke genezingen werden aan haar toegeschreven.
Vooraanstaande Polen zoals Lech Walesa, de eerste Poolse president na het communisme, beriepen zich op de Zwarte Madonna. Walesa droeg bijvoorbeeld een speldje van de Zwarte Madonna op zijn vest.
Behalve de Zwarte Madonna herbergt het klooster van Jasna Gora nog talrijke andere kunstschatten, vaak geschonken door prominenten die in de loop der eeuwen op bezoek kwamen.