Onvervreemdbare waardigheid van elke mens
Naar deze visie van menselijk en universeel broederschap, en uiteindelijk broederlijkheid, verwijst ook paus Franciscus in zijn encycliek Fratelli Tutti. “Het is mijn oprechte verlangen dat wij door de erkenning van de waardigheid van elke mens bij zouden kunnen dragen aan de wedergeboorte van een universeel ideaal van broederlijkheid.”
Pas als we de onvervreemdbare waardigheid van élke mens kunnen erkennen, wordt het mogelijk hen als broeders en zusters te omarmen.
In zijn wijsheidspreuken moedigt Franciscus als geestelijke leider zijn broeders aan de broederliefde zuiver te houden. Om het met de woorden van André Jansen in zijn recent verschenen boek over de wijsheidspreuken te zeggen: Het mag voor de broederliefde geen verschil maken of je broeder je iets terug kan doen, of hij fysiek nabij is of niet.
De band van broederlijkheid is onvoorwaardelijk en de waarde van elke broeder is verankerd in de waardigheid die élke mens heeft in de ogen van God, want:
'Zoveel als een mens is in de ogen van God, zoveel is hij en meer niet.' Wijsheidspreuk 19
Maar ook niet minder! Ook de arme, de uitgeslotene, de zieke, de andersgelovige mens, ... vindt zijn of haar onaantastbare waardigheid in God.
Van broederschap naar broederlijkheid
Ook al zijn we allen broeders, een houding van broederlijkheid moet worden ontwikkeld. Hoe komt broederlijkheid tot stand?, vraagt paus Franciscus zich af in zijn encycliek. Het is niet voldoende de individuele vrijheid van elke mens te garanderen of een wettelijk kader te bieden om naar gelijkheid tussen mensen te streven om tot broederlijkheid te komen. Broederlijkheid moet bewust en zorgvuldig gecultiveerd worden opdat vrijheid en gelijkheid niet zouden ontaarden tot lege begrippen die niet meer op de liefde gericht zijn. (FT 103 & 104)
De broederlijkheid, zoals ze hier geschreven wordt, doet mij denken aan de heilige Clara van Assisi die in haar leefregel haar zusters aanmaant ervoor te zorgen om "uit te kijken voor alle hoogmoed, ijdele roem, afgunst, hebzucht, zorg en beslommering van deze wereld, laster en gemor, tweedracht en verdeeldheid. En zij moeten er altijd voor zorgen om onder elkaar de eenheid van de onderlinge liefde te bewaren. (RegCl 10, 6-7)
Liefde is een werkwoord, net zoals broederlijkheid of zusterlijkheid.
We kunnen maar tot zuivere broederliefde komen als we zorgvuldig omgaan met onze onderlinge banden én ook in onszelf op zoek gaan naar alle barrières die de liefde in de weg staan. Echte broederlijkheid vraagt erom innerlijk meer vrij te worden, zodat we zonder angst de waardigheid van de ander liefdevol kunnen omarmen en waarderen.