Voor de 100ste geboortedag van Johannes Paulus II werd zopas aan het Nationaal Museum in Warschau het kunstwerk Poisoned Source van Jerzy Kalina onthuld. Het toont de paus die een meteoriet torst en in een plas bloed staat. Die voorstelling reageert op het kunstwerk Nona Ora (1999) van Maurizio Cattelan waarbij de Poolse kerkleider verpletterd werd door een meteoriet. Kan in Kalina’s beeld niet elke moderne paus erkend worden die de lasten van de wereld torst en die als het morele geweten wijst op de vele slachtoffers van onrecht?
Het beeld past ook perfect bij paus Franciscus die gebukt gaat onder de ellende overal in de wereld, die het bloed en de tranen ziet van de vele verdrukten in de periferie en die sinds het begin van zijn pontificaat voortdurend oproept tot vrede, rechtvaardigheid en zorg voor de schepping.
Alarmkreet vanuit Assisi
Maar het lijkt alsof de wereld niet luistert. De wereld staat in brand, maar niemand is bereid te blussen. Integendeel, er wordt olie op het vuur gegoten.
Franciscus ziet hoe het overal de verkeerde kant uitgaat.
Dat dwingt hem om andermaal een alarmkreet uit te slaken, dit keer in de vorm van een sociale encycliek over de broederlijkheid en de sociale vriendschap: Fratelli Tutti, allen broeders (en zusters). Die titel verwijst naar een wijsheidsspreuk van Franciscus van Assisi en moet inclusief gelezen worden: gericht aan alle mensen van goede wil.
Niet toevallig trok Franciscus afgelopen zaterdag naar Assisi – zijn eerste reis buiten Rome sinds de uitbraak van Covid-19 – om daar aan het graf van de Poverello zijn derde encycliek te ondertekenen en werd op zondag 4 oktober – de feestdag van Franciscus van Assisi en het einde van de scheppingsperiode in de kerk – de tekst wereldkundig gemaakt.
Daarmee toont de paus andermaal dat zijn naamskeuze een programma inhoudt: in de geest van die bedelbroeder pleit hij voor een arme kerk voor de armen, vrede, zorg voor de schepping, interreligieuze dialoog, broederlijkheid en een missionaire vernieuwing van de kerk. Dat alles komt in deze pauselijke wereldbrief samen met het oog op een post-Covid-wereld.
Compilatie en synthese
Dat document vormt een culminatiepunt van dit pontificaat waarin de prioriteiten van Franciscus samenkomen en waarin hij een compilatie en een synthese van zijn denken geeft. Op de achtergrond zinderen zijn toespraken in de coronacrisis mee, maar evenzeer de exhortatie Evangelii Gaudium en de encycliek Laudato Si’.
Hij herhaalt opnieuw dat alles met alles verbonden is en dat we ofwel samen ten onder gaan, ofwel samen bouwen aan een nieuwe wereldorde.
Wat gerommel in de marge zal volgens Franciscus niet volstaan, het roer moet drastisch worden omgegooid als we de toekomst van onze planeet willen veiligstellen.
Er is een totaal nieuwe cultuur van broederlijkheid, solidariteit en verzoening nodig waarbij het algemeen belang en sociale cohesie terug de voorrang krijgen. De mosterd daarvoor haalde Franciscus ook uit de gemeenschappelijke verklaring over menselijke broederlijkheid voor wereldvrede en samenleven, die hij in februari 2019 in Abu Dhabi met de grootimam van Al-Azhar, Ahmad Al-Tayyeb, ondertekende. Zoals de groene patriarch Bartholomeos de paus inspireerde voor Laudato Si’, zo voelt hij zich nu aangemoedigd door de grootimam om al zijn gewicht in de schaal te werpen voor het heil van de wereld.
Goede leraar en arts
In Fratelli Tutti gaat Franciscus te werk als een goede leraar die hetzelfde nog eens anders uitlegt en als een arts die eerst de ziektes van deze tijd constateert, de onderliggende symptomen analyseert en tot slot remedies aanreikt om de kwalen te bestrijden.
Tot de wonden van deze tijd behoren de coronapandemie, de klimaatverandering, maar evenzeer “de derde wereldoorlog die we a pezzetti, beetje bij beetje, meemaken”. Populisme, liberalisme en individualisme moeten het ontgelden als oorzaken, want ze leiden tot uitbuiting en uitsluiting van de ander. Daartegenover stelt Franciscus een cultuur van ontmoeting, dialoog en respect, vanuit het besef dat we allemaal tot één mensenfamilie behoren.
Er is geen ik en zij, alleen wij, Fratelli Tutti.
Franciscus herinnert aan het verhaal van Kaïn en Abel – net als bij zijn eerste reis naar Lampedusa: “Waar is je broeder?”, “Ben ik dan de hoeder van mijn broeder?” Het antwoord geeft de barmhartige Samaritaan. Hij loopt niet onverschillig in een boog om de problemen heen, maar ontfermt zich over de lijdende medemens. “There are people dying.” De tijd dringt, we weten wat we moeten doen: “Heal the world. Make it a better place”.