'Als lezer ben je nooit zonder vooroordelen', zegt Caroline Vander Stichele (foto) die op de Didachè-studiedagen over Lucas dieper ingaat op vrouwen in de Bijbel. 'Bewust of onbewust geeft de interpretatiegeschiedenis van een Bijbeltekst allerlei vooronderstellingen mee. Je kan daarom niet zomaar de sprong maken van de vrouwen in het evangelie van Lucas naar de situatie van vrouwen vandaag.'
Die vooronderstellingen blijven volgens haar in de traditionele exegese vaak onderbelicht. 'Daar zijn vooral drie elementen belangrijk: de oorspronkelijke auteur, de tekst en de interpretatie van de lezer. Je moet evenwel altijd ook de interpretatiegeschiedenis, die die vooronderstellingen voortbracht, in rekening brengen.'
Geen rechte lijn
Die zogenoemde receptiegeschiedenis volgt niet één rechte lijn. 'Je kan dat vergelijken met het internet: je typt een zoekterm in, volgt een link om op een welbepaald punt binnen te geraken en zoekt vandaar steeds verder. Je kan allerlei richtingen uit, want ontelbaar veel lijnen kruisen elkaar. Geschiedenis is een vergelijkbaar complex gebeuren.'
Als we willen achterhalen hoe vrouwen zich in de loop der eeuwen tot de Bijbel verhielden en waar onze huidige ideeën over de rol van vrouwen vandaan komen, kunnen we volgens Vander Stichele niet om die veelheid en complexiteit heen. 'De eerste feministische golf bekritiseerde de manier waarop verwijzingen naar Bijbelse vrouwen dienden om vrouwen op hun plaats te houden, maar in vroegere tijden waren er vrouwen die uit de identificatie met Bijbelse vrouwen net iets positiefs haalden. Zo was Christine de Pisan (circa 1364-1430) met Het boek van de stad der vrouwen een echte feministe avant la lettre.
Ze vraagt zich vanuit de ik-persoon af waarom vrouwen in de maatschappij zo’n slecht imago hebben en bouwt met historische en Bijbelse figuren als het ware een stad voor vrouwen.
Er zijn in de traditie verder ook vrouwen die de Bijbel integraal vertaald hebben maar daar nooit erkenning voor kregen, zoals de Amerikaanse Julia Evelina Smith (1792-1886), de eerste vrouw die een Engelse vertaling maakte, en wel gebaseerd op de grondtekst. Andere vrouwen opereerden onder een mannelijk pseudoniem, waardoor het aandeel van vrouwen dan weer onzichtbaar werd. Er waren ook bewegingen van vrouwen in de marge van de kerk, die geen kerkelijke goedkeuring kregen.'
Creativiteit is geen verraad
'Ik wil daarbij tegelijk af van het idee dat creatieve herinterpretaties – in literatuur, theater, film – sowieso een verraad zouden zijn aan de tekst of een pervertering van het oorspronkelijke verhaal. Met zo’n eenzijdige visie verlies je uit het oog hoe adaptaties deel zijn van een levende traditie. Het is juist fascinerend te zien wat ermee gebeurt en wat die herinterpretaties vertellen over de tijd waarin ze ontstaan', voegt ze eraan toe.
'Door de expliciete en impliciete manier waarop thema’s als Adam en Eva aanwezig blijven in de populaire cultuur, werkt die beeldvorming vaak onbewust onkritisch door en blijven er ‘omdat het in de Bijbel staat’ hardnekkige stereotypen over man-vrouwverhoudingen bestaan.'
Het verhaal over Marta en Maria in Lucas 10 is daarvan nog een mooi voorbeeld. Maria zit aan de voeten van Jezus terwijl Marta hen bedient. 'Jezus’ opmerking dat Maria het beste deel heeft gekozen, wekt de indruk dat Hij haar voortrekt en heeft in de geschiedenis doorgewerkt in het tegen elkaar uitspelen van het actieve en het contemplatieve religieuze leven. Maar lezen we Jezus’ antwoord dan niet te veel als een gezaghebbend oordeel over het een of het ander?', vraagt Vander Stichele.
Schuiven wij niet eigenhandig die rolpatronen in de tekst?
Lucas stelt in zijn evangelie en de Handelingen vrouwen meermaals voor als volgelingen van Jezus. Ligt het zwaartepunt van wat Jezus zegt niet veeleer in het feit dat Hij Maria’s leerlingschap – verbeeld door het zitten aan de voeten van de meester – erkent? We mogen Lucas bovendien niet helemaal loszien van de andere evangelies: met haar belijdenis van Jezus als de Messias is het net Marta die door Johannes op dezelfde hoogte geplaatst wordt als Petrus in het Marcusevangelie.'
Gehoorzame Maria
Het Magnificat (Lucas 1, 46-55) is nog zo’n voorbeeld van hoe de receptiegeschiedenis een impact heeft op de relatie tussen de tekst en de hedendaagse lezer. 'Het tweede deel van dat loflied van Maria overstijgt het niveau van het individu en heeft een revolutionair karakter. Dat is evenwel grotendeels ondergesneeuwd geraakt ten voordele van het beeld van de ‘nederige vrouw’. Maria’s nederigheid is bovendien gekoppeld aan haar vrouw-zijn, terwijl dat in het Magnificat zelf niet noodzakelijk zo hoeft te zijn. Er zijn andere aspecten van identiteit – zoals etniciteit en sociale klasse – die in de lofzang ook een rol spelen, maar die krijgen meestal weinig aandacht.
Het beeld van Maria als degene die altijd gehoorzaamt, is voor de klerikale traditie natuurlijk wel erg comfortabel.'
Levensgroot cliché
Iets gelijkaardigs overkwam Maria Magdalena. 'Op grond van het Lucasevangelie werd ze vaak voorgesteld als de boetvaardige zondares uit Lucas 7 en beschouwd als een vrouw die bezeten was door zeven demonen (Lucas 8). Ze werd in de loop van de geschiedenis bovendien vereenzelvigd met de overspelige vrouw uit Johannes 8. Dat cliché wordt bijvoorbeeld in The Passion of the Christ (van Mel Gibson, 2004, nvdr) nog levensgroot neergezet. Al wordt de appreciatie voor haar figuur stilaan positiever. Dat is het geval in de onlangs uitgebrachte film Mary Magdalene (van Garth Davis, 2018, nvdr) waar ze als leerling van Jezus op de voorgrond treedt en een belangrijke rol speelt in het verrijzenisverhaal.'
• De Didachè-studiedagen van de Vlaamse Bijbelstichting over het Lucasevangelie vinden plaats op 21 en 22 augustus in de Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven. www.vlaamsebijbelstichting.be