Met de benoeming van Jozef De Kesel tot aartsbisschop van Mechelen-Brussel, kiest paus Franciscus voor een uitmuntende theoloog die zijn sporen vooral verdiende met zijn visie op kerk en moderniteit, voor een herder die ruime leiderschapservaring opdeed in drie bisdommen waaronder dat van het aartsbisdom, voor een Vlaming die ook aan Franstalige zijde danig wordt gewaardeerd en voor een man met wie velen op uiteenlopende echelons graag hebben samengewerkt.
Verrassing
En toch is het nog een verrassing geworden. Niet alleen omdat andere waardevolle kandidaten, zeker in de pers, meer naar voren werden geschoven zoals Antwerps bisschop Johan Bonny en Lode Van Hecke, de abt van Orval. Maar vooral was De Kesel vijf jaar geleden door paus Benedictus XVI opmerkelijk niet benoemd voor de Mechelse zetel ofschoon hij door een overgroot deel van de Belgische kerkgemeenschap naar voren was geschoven. De toenmalige nuntius, sinds dit voorjaar kardinaal, Karl-Josef Rauber, was daarover zo ontstemd dat hij er, hoogst uitzonderlijk in die kringen, zelfs een boekje over opendeed in het Italiaanse blad Il Regno. Bovendien is de nieuwe herder voor Mechelen-Brussel inmiddels amper 7 jaar verwijderd van de leeftijd waarop hij uiterlijk zijn ontslag moet indienen. En was er met de man al niet danig genoeg geschoven van Gent over Brussel en Mechelen naar Brugge? Last but not least eisten de voorbije vijf jaren als bisschop van Brugge danig hun tol. Paus Franciscus heeft het geenszins belet volop op Jozef De Kesel in te zetten.
Fundamentele ommeslag
Dat vertrouwen heeft zeker te maken met diens grote kwaliteiten als hedendaags denker over de plaats van de kerk in de maatschappij in dit tijdsgewricht. Als professor aan het Gentse grootseminarie en later ook aan de KU Leuven, maakte hij al snel naam met zijn opvallende, stevig onderbouwde stelling dat de katholieke kerk een crisis doormaakt zoals ze er nooit eerder een heeft gekend. De moderne, geseculariseerde cultuur waarmee ze nu wordt geconfronteerd, is er een waarin voor het eerst in haar geschiedenis godsdiensten geen dominante rol meer spelen. De vele actuele kerkproblemen zijn, hoe reëel en uitdagend ook, slechts het topje van de ijsberg. Zoveel fundamenteler, beklemtoont De Kesel al decennia, zijn het wegebbende geloof in God en in de unieke betekenis van Jezus. Het willen herwinnen van verloren posities is in die context heilloos en onnodig. Noch zich gefrustreerd afzetten tegen de moderne cultuur en zich moedwillig opsluiten in het eigen grote gelijk, noch zich almaar voort en al even krampachtig aanpassen aan diezelfde cultuur, zijn voor hem heilzame wegen voor de kerk vandaag. Het zegt veel dat hij net met een korte uiteenzetting daarover afgelopen vrijdag zijn persconferentie als nieuwe aartsbisschop begon.
Wil het christendom toekomst hebben, dan dient het volgens De Kesel van harte de minderheidspositie te aanvaarden en op een bescheiden, maar aansprekende, authentieke, vitale wijze proberen kerk te zijn. Een sleutelrol is daarbij weggelegd voor een verzorgde liturgie die moet helpen de Bijbelse God te ontmoeten. Voor een verkondiging die het geloof zo verwoordt dat het leven er daadwerkelijk door verandert. Voor een spiritualiteit die de diepe zin van dat christelijke leven doet herontdekken. Voor een engagement in de wereld dat te midden van de veelheid aan keuzen die de (post)moderne mens maar voor het grijpen heeft, laat oplichten hoe uniek en diepgaand het evangelie mens en maatschappij kan bevrijden. Hernieuwde kennismaking met de rijkdom van de Bijbel, de kerkelijke traditie, de kerk van de eerste eeuwen en het Tweede Vaticaanse Concilie, dat de kerk op fundamenteel nieuwe wegen heeft gezet, zijn evenzeer voor hem belangrijke ingrediënten in die vernieuwing. Horen daar eveneens bij: het willen leren van jonge kerken, van andere christelijke stromingen en van het jodendom, dat altijd al bij uitstek een minderheidsstrekking is geweest en tegelijk van zoveel veerkracht getuigt.
Drie bisdommen
Ongetwijfeld heeft de ruime beleidservaring van de nieuwe aartsbisschop evenzeer in Rome mee de doorslag gegeven. Al bijna een kwarteeuw deelt hij in het bestuur van de lokale kerk. Eerst als bisschoppelijke vicaris voor kerkelijke opleiding en vorming van de toenmalige bisschop van Gent, Arthur Luysterman, waarvoor hij een mooie academische loopbaan liet schieten. Daarna als hulpbisschop van kardinaal Godfried Danneels, waarvoor hij zijn geliefde Oost-Vlaanderen inruilde voor het multiculturele, meertalige en ook op geloofsgebied erg veelkleurige Brussel, dat hem zeer dierbaar werd. Telkens wist Jozef De Kesel er, discreet maar efficiënt en diepgaand, bakens te verzetten. Maar vooral in de voorbije vijf jaren als bisschop van Brugge heeft hij het volle, soms haast verpletterende, gewicht moeten torsen van de echte eindverantwoordelijkheid, in al zijn consequenties, in weer en wind. De minzame De Kesel heeft er veel uit geleerd.
Tweede Vaticaans Concilie
Maar er is allicht nog een derde belangrijke reden waarom Franciscus voor die cruciale bisschopszetel voor de Belgische kerk koos voor Jozef De Kesel. Beiden zijn doordrongen van de Copernicaanse omwenteling die het Tweede Vaticaanse Concilie in de katholieke kerk heeft teweeggebracht. Sindsdien (Lumen gentium) begrijpt ze zichzelf immers allereerst als volk van God, daarna pas volgt de hiërarchische inrichting. Het is een breuk van jewelste met het verleden en we weten maar al te goed hoe moeilijk deze paus het heeft om zelfs vijf decennia na dat Concilie daarvan de volle consequenties te doen ingang vinden in de vele hiërarchische lagen die de katholieke kerk kent. De nieuwe aartsbisschop hoeft hij daarentegen helemaal niet te overtuigen. In het interview dat Tertio in maart 2002 met hem had naar aanleiding van zijn benoeming tot hulpbisschop, zei hij toen al veelbetekenend: “De bisschop geeft leiding aan de gemeenschap, niet zomaar als bestuurder, maar in een veel diepere zin: hij begeleidt de gemeenschap in het geloof. Het ambt staat in dienst van de geloofsgemeenschap. De bisschop vertegenwoordigt in die gemeenschap Christus. Eigenlijk gaat het hier om het besef dat in haar midden niemand de touwtjes in handen heeft, maar dat we allemaal volgelingen zijn. Het is Christus die ons roept, Hij brengt ons in contact met God, Hij is onze herder en voorganger’’. Geheel in die lijn ligt De Kesels bisschopsleuze: Vobiscum christianus, de tweede helft van Augustinus’ uitspraak: “Voor u ben ik bisschop, met u ben ik christen”. Geheel in die lijn draagt hij een collegiaal bestuurde kerk hoog in het vaandel, zoals hij aangeeft in het interview met Tertio (blz. 14-15).
Sacrament van Gods liefde
Op 12 december, luttele dagen nadat vijftig jaar geleden Vaticanum II plechtig werd afgesloten en bij de start van het heilige Jaar van de Barmhartigheid, wordt Jozef De Kesel aangesteld als nieuwe aartsbisschop van Mechelen-Brussel. Met hem komt op een van de toonaangevende bisschopszetels van het oude en vermoeide Europa een man die er diep is van doordrongen dat de kerk er niet is om haarzelf, maar altijd opnieuw wordt geroepen om sacrament te zijn van Gods liefde, voor elke mens en de hele wereld. Samen met een stevige ploeg medewerkers, de vele vrijwilligers op het terrein en niet het minst het Volk Gods hem toevertrouwd, moet het voor de nieuwe aartsbisschop mogelijk zijn ook in deze postmoderne tijd aan zo’n kerk geloofwaardig gestalte te geven.
Uw reacties zijn welkom op geert.dekerpel@tertio.be
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.