Martelaarschap moet niet als een vorm van dolorisme gezien worden. Dat poneert Russisch-orthodox aartspriester Andrew Louth. “De essentie is de band met Christus om Hem na te volgen.” Tertio sprak met de Engelse geestelijke toen hij een lezing gaf over vroegchristelijke martelaren.
Net omdat het bij die oude martelarenverhalen niet om ongezonde pathologische fascinatie voor de dood gaat, vindt de oud-professor dat ze het menselijke lijden niet verheerlijken. “De kans op dolorisme bestaat inderdaad”, geeft Louth toe. “Maar we moeten aandachtig bestuderen wat er in de teksten te lezen is. Daaruit spreekt geen verdriet, maar vreugde, zelfs al gaat het om het vreselijke verhaal als dat van Blandina.”
“Dat was een jonge slavin uit Lyon”, gaat hij verder. “Ze had samen met haar meesteres – ook een christen – te lijden van de vervolgingen. Uit liefde voor Christus houdt Blandina stand. Na talloze folteringen wordt ze met uitgestrekte armen aan een paal opgehangen en aan de wilde dieren blootgesteld.”
“Volgens het verhaal schijnt ze daar te hangen in de vorm van een kruis”, besluit de Engelsman. “Tegelijk werd ze gezien als iemand die met uitgestrekte armen bidt. En het is door haar gebed voor haar medechristenen dat ook die het enthousiasme ontvangen en zo in staat zijn hun kwellingen te dragen. In het lijden van Blandina zien ze de gekruisigde Christus. Ze zien Zijn liefde en haar liefde.”
Lees het volledige “Dossier: Christelijk martelaarschap” deze week in Tertio.
Reacties
Om reacties te zien en te reageren op dit artikel moet je je eerst even aanmelden via het menu bovenaan. Tot gauw.