Roger Penrose, Reinhard Genzel en Andrea Ghez kregen vorig jaar de Nobelprijs voor hun onderzoek naar zwarte gaten. In 2019 al kreeg de wereld de eerste “foto” van een dergelijk allesverslindend kosmisch monster te zien. Het was de Duitse astrofysicus en lekenpredikant Heino Falcke (1966) die in de perszaal van de Europese Commissie het beeld voorstelde van een vage roodgloeiende ring met in het centrum een donkere vlek.
Falcke beschrijft het verhaal achter de ontstaansgeschiedenis van dat beeld uitvoerig in zijn boek Licht in de duisternis. Zwarte gaten, het universum en wij. In een gesprek met Tertio nr. 1.092 van 13 januari vergelijkt hij het moment waarop hij tot het inzicht kwam dat het mogelijk moet zijn een zwart gat te “zien” met een indrukwekkende ervaring als veertienjarige.
“Ik herinner me dat ik op een ochtend wakker werd met het gevoel God is persoonlijk, God is Liefde”. Hij noemt die ervaring een Amazing Grace -moment, naar de strofe “was blind but now I see” uit het oude kerklied Amazing Grace. Het inzicht dat zwarte gaten reusachtige zwaartekrachtlenzen zijn bestempelt hij eveneens als een Amazing Grace-moment veeleer dan een eureka-moment omdat Amazing Grace bescheidener is.
Zwarte gaten brengen ons volgens de astrofysicus nader tot “gene zijde”. Wat er in zwarte gaten gebeurt, bevindt zich aan de andere kant van ons waarnemingsvermogen. “De hele natuurkunde gaat er op de schop”, verduidelijkt Falcke. Roger Penrose noemde zwarte gaten ooit het einde van de ruimtetijd. Daarop voortbordurend zei Falcke aan het eind van de presentatie van het eerste beeld van een zwart gat: “We krijgen het gevoel dat we op de poort van de hel kijken”.
Abonneer of vraag een gratis proefnummer op www.tertio.be