Vaticaanwatcher Stijn Fens (1966) groeide op in een huis vol boeken. Zijn vader, de Nederlandse Volkskrant-columnist Kees Fens, bracht hem de liefde voor literatuur bij. Maar de jeugdherinnering die Fens’ leven nog het meest tekent, is een reis naar Rome op 12-jarige leeftijd. “Toen op 16 oktober Johannes Paulus II werd gekozen, sloeg bij mij als het ware de bliksem in. Ik weet nog dat toen we terugliepen naar het hotel, ik tegen mijn vader zei: ‘Later als ik groot ben, wil ik een conclaaf verslaan’.”
“Sindsdien staat veel van mijn leven in het teken van Rome. Als het hoofdkwartier van de katholieke kerk in Genève of Brussel zou staan, had ik waarschijnlijk nooit voor dit vak gekozen. Het heeft voor mij te maken met de stad, met de koepels, de fonteinen en de eeuwige botsing tussen het eeuwige en het tijdelijke. In het Vaticaan komt alles samen.
Eeuwig en tijdelijk
Na zijn overlijden werd Johannes Paulus II opgebaard in de Sint-Pieter. Aan de ingang stond een 1,5 kilometer lange rij, de wachttijd was 13 à 14 uur. In een winkelstraat even verderop waren Romeinse vrouwen de nieuwste lentemode aan het passen. Dat vind ik een mooi voorbeeld van de dynamiek tussen het eeuwige en het tijdelijke. De mensen in het Vaticaan hebben een bijna heilige opdracht, maar het zijn ook gewoon mensen met ambities en carrières. Die dynamiek zie je in Rome elke dag. Heel af en toe botst die. Toen McDonalds een megafiliaal wilde vestigen in een pand vlak bij het Pantheon, kwam de buurt in opstand. Een gele M in de schaduw van het gebouw van bijna 2000 jaar, dat kon niet. Maar meestal gaan het eeuwige en het tijdelijke goed samen. Veel mensen vinden dat de kerk niet snel genoeg moderniseert, maar ik denk dat we geduld moeten hebben. De Nederlandse priester Antoine Bodar zegt graag: ‘Als de kerk huwt met de tijd, is ze binnen de kortste keer weduwe’. De adem van de kerk moet langer zijn dan de tijd.
Supermarkt
We hebben een miraculeuze paus. Het lijkt alsof Franciscus alles heeft uitgevonden: de aandacht voor de armen, voor het klimaat. Toch staat hij wel degelijk op de schouders van Johannes Paulus II en Benedictus XVI. Dat is ook zijn kracht. Je kunt het vergelijken met de nieuwe filiaalhouder van een supermarkt. De supermarkt is nog altijd dezelfde, maar de filiaalhouder staat nu voorin, lacht, heet je welkom en helpt zelf mee om de schappen te vullen. Het assortiment is niet veranderd, het is alleen anders neergezet.”
Verder lezen? Klik hier voor het integrale artikel: https://bit.ly/358AuRq