De annulatie van publieke evenementen voor de viering van 75 jaar bevrijding op 8 mei is een extra argument om Flor Peeters’ “Mijn triomf van de wil” te lezen, een verbijsterend relaas van 40 maand kampleven in het werk- en uithongeringskamp Sachsenhausen en een hartstochtelijke veroordeling van iedere vorm van totalitarisme.
Een dagboek bijhouden was al die tijd niet mogelijk. Maar Flor Peeters bereidde vanaf halfweg ’44 zijn 40 maanden in Oranienburg voor door in zijn hoofd de vele gebeurtenissen sinds zijn aanhouding op 26 september 1941 te ordenen en de verhalen uit te werken. Daardoor kon hij na de bevrijding onmiddellijk het schrijfwerk aanvatten en verscheen het boek al in 1946. De combinatie van scherpe analyses van het nazisysteem, levendige beschrijvingen van hoe het er in Sachsenhausen in het algemeen aan toe ging en persoonlijke ervaringen maakt het tot een uniek document en een echte pageturner.
De latere hoogleraar geopolitiek, politieke leerstelsels en diplomatie aan de Rijksuniversiteit Gent was een politieke gevangene. Als overtuigd christendemocraat en onderzoeker van het nationaalsocialisme had hij in meerdere academische publicaties scherp uitgehaald naar vormen van absoluut machtsstreven en totalitaire regimes, zoals in zijn boek Het bruine bolsjewisme (1937). “Wezenlijk is er geen verschil tussen nationalisme en bolsjewisme”, argumenteert hij dan ook tegen een communistische medegevangene. “Elke staatsvorm is goed wanneer de mensen goed leven. De beste politieke en sociale orde zal niet deugen als zij de lering van Christus miskent of misprijst.” De ander haakt af. “Tegen zoveel bekrompenheid kan hij niets beginnen”, schrijft Peeters ironisch.