Het is niet makkelijk iemand uit Rusland aan het woord te krijgen die vrijuit wil spreken om de Russische kant van het verhaal met nuance te verwoorden. Dat hoeft niet te verwonderen: kritische Russische stemmen kunnen rekenen op aanhoudingen of geweld. Anna Pless, politiek wetenschapper aan de KU Leuven, ziet de oorlog met lede ogen aan. In Tertio nr. 1.154 van 23/03/‘22 maakt ze een scherp onderscheid tussen het Russische volk en het regime: “Een dictatuur wordt niet door alle lagen van de bevolking ondersteund”.
Anna Pless kwam na enkele onderzoeksprojecten aan de Higher School of Economics in Moskou naar België om te doctoreren. De Russische woont sinds 2016 in ons land. In tegenstelling tot veel landgenoten kan ze vrij westerse media raadplegen en krijgt ze een beeld van het conflict in Oekraïne vanuit verschillende perspectieven. “In de Russische media wordt dat niet als een kwaadaardige aanval voorgesteld, maar als een ‘speciale militaire operatie’ om Oekraïne te bevrijden.” Pless is tegen de oorlog en ziet die als een invasie van Oekraïne. “Elke dag breekt mijn hart voor Oekraïne, de voornaamste catastrofe speelt zich daar af. Er is geen rechtvaardiging voor die Russische invasie.” Dagelijks leest ze in de kranten met pijn in het hart welke Oekraïense steden werden gebombardeerd door het Russische leger. Daarnaast probeert ze te weten te komen wie van haar Russische vrienden na protesten tegen het regime zijn aangehouden door de politie en wie het regime kan ontvluchten. Aan beide kanten zijn er verliezers. Als politiek wetenschapper gespecialiseerd in culturele waarden heeft ze een breder perspectief op hoe het zover is kunnen komen.
Wat is nu het algemene gevoel onder de Russische bevolking?
“Het land is politiek zeer verdeeld. Grofweg zijn er drie visies op het conflict. Er is een grote groep die tegen de oorlog is. Die mensen voelen schaamte en zelfs verantwoordelijkheid dat dit is kunnen gebeuren. Zij zijn het die steevast tegen Vladimir Poetin stemmen en in vreedzame demonstraties tegen hem op straat komen. Zij hebben alles gedaan binnen hun democratische macht om zijn heerschappij te laten stoppen. Voor hen heeft Poetin twee landen in één dag verwoest. Oekraïne met bommen, maar ook Rusland, waarvoor geen weg terug is. Een tweede groep is veeleer onverschillig tegenover politiek. Poetins regime is autoritair en heeft er alles aan gedaan mensen te ontmoedigen deel te nemen aan politiek. Er is een stilzwijgend pact tussen dat deel van de populatie en de regering: als je wegblijft van politiek, kun je een normaal, ongestoord leven leiden. Je kunt in je consumptiesamenleving leven alsof er geen vuiltje aan de lucht is. Voor die mensen is de oorlog ook een schok, maar ze zijn niet voldoende met politiek bezig om actief te zoeken naar verschillende opinies, zeker in een land waar de media niet onafhankelijk is.”
“De derde groep is Poetins achterban. Die bestaat in de eerste plaats uit het leger en de politiediensten. Ze worden goed betaald, wat zeer welkom is na de jaren 1990, toen ze armoede leden. De ideologische Poetin-aanhangers geloven in een imperialistisch Rusland dat de regio domineert. Het zijn vaak laagopgeleide jonge mannen uit deprimerende kleine steden, die zich gelukkig prijzen dat ze politieagent mogen zijn. Rusland heeft een van de hoogste ratio’s agenten, in 2006 waren dat er 530 op 100.000 mensen. Ter vergelijking: in België en Nederland ligt dat rond de 300. Daarnaast stemt ook de oudere generatie voor Poetin. Veel ouderen hebben alleen toegang tot informatie via de staatstelevisie, ze spreken geen andere talen, de meesten leven in dorpen waar geen internet is. Tot slot behoren ook de onderwijzers, dokters en lage ambtenarij tot het pro-Poetinkamp. Zij staan achter hem uit noodzaak omdat ze voor hun salaris van de staat afhankelijk zijn. Het gaat niet om steun uit overtuiging, maar om steun uit miserie, omdat ze geen andere opties aangeboden krijgen.”
Verder lezen? Vraag een gratis proefnummer aan of neem een abonnement.