Of hun stevige buitenschoolse engagementen inspiratiebron zijn voor hun leraarschap of omgekeerd, laten we in het midden, maar Peggy Stevens en Mathias Vander Hoogerstraete zijn onmiskenbaar leraren met een project. Alle pedagogische twistappels en burn-outs ten spijt.
Leraar klassieke talen Peggy Stevens (1959) en moraalfilosoof Mathias Vander Hoogerstraete (1989) zijn collega’s aan het Koninklijk Atheneum van Etterbeek. De kloof tussen 37 en 5 jaar onderwijservaring slaat geen wig tussen de rijpere en de jongere leerkracht. Passie blijkt niet leeftijdsgebonden. Toch maken ook zij gewag van een aantal stressfactoren.
Stevens: “Onmiskenbaar de digitalisering van het onderwijs, in het bijzonder Smartschool (een digitaal opvolgings- en communicatieplatform waarmee leerlingen, leerkrachten, ouders en directie met elkaar in contact staan over alles wat de school betreft, nvdr). Uiteraard heeft de digitalisering voordelen. Maar ik heb leerlingen moeten aanleren niet voortdurend berichten te sturen en onmiddellijk antwoord te verwachten. Ook de druk om cijfers zo snel mogelijk te publiceren, is groot. Tijdens een vakantie ben ik niet op mijn gemak zolang de punten niet online staan. Ik ervaar het systeem ook als een big brother. Werkelijk alles valt na te trekken.”
Vander Hoogerstraete: “Nog voor een kind zijn resultaat kent en zijn toets heeft kunnen inkijken, zijn de ouders op de hoogte. De vrijheid die wij genoten om een minder punt met een beter te compenseren en pas later de confrontatie met onze ouders aan te gaan, valt weg. ‘The right to be forgotten’ kennen we in het onderwijs niet. Uiteraard is er efficiëntiewinst, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat we ook verliezen. Maar inzake stress haalt het schrijnend gebrek aan leerkrachten het van alle andere factoren. Als jonge leerkracht voor een klas van 30 staan, is geen lachertje. Wat vroeger door kleine klassen werd opgevangen, moeten studiebegeleiders en psychologen nu oplossen. Vooral kinderen die thuis weinig worden opgevolgd, lijden onder grote klassen. Vroeger was er meer directe sociale interactie. Die angst als ik na slecht gedrag bij de directeur moest langsgaan, of de schaamte die ik voelde tegenover mijn ouders! Vandaag moeten leerlingen die vijf minuten te laat komen, aanschuiven om een barcode te bekomen die ze vervolgens door de leraar moeten laten scannen. Wat een verlies aan sociale interactie!”
Stevens: “Onze beleidsmakers volgen de demografische evolutie niet. Is het werkelijk onmogelijk die groeicijfers te anticiperen? Intussen verlaten tal van getalenteerde leerkrachten het onderwijs. We moeten echt terug naar kleinschaligheid.”
Vander Hoogerstraete: “Wat de job vroeger aantrekkelijk maakte, valt stilaan weg. Een scheikundige die in de privé een veel beter loon kon krijgen, koos soms toch voor het onderwijs omwille van de combineerbaarheid met een gezin, vrije tijd of de zin om voor een klas te staan. De laatste jaren heeft het onderwijs op dat vlak veel moeten inleveren. Werkweken van 56 uur zijn lang geen uitzondering. Ja, we hebben veel vakantie, maar daar gaan zware, stresserende periodes aan vooraf. Met meer middelen zou een oudere leerkracht een jongere kunnen ondersteunen. Nu wordt een beginner voor de leeuwen gegooid, moet hij zijn eigen cursus schrijven, actief deelnemen aan de vakgroep en ongelooflijk zijn best doen om vastbenoemd te geraken. Wat een druk…”
Lees het volledige interview in Tertio van deze week