“Een atypische wetenschapper” noemt Veerle Foulon (KU Leuven) zichzelf, enerzijds door haar onderzoeksdomein, anderzijds omdat haar professionele engagement niet losstaat van haar geloof. Ze is één van de wetenschappers die meewerkt aan “DNA van God”, een familiedag over geloof en wetenschap op 10 februari in Leuven.
De werkdagen van Veerle Foulon zijn goed gevuld. Of het interview ook in het weekend kon? Toen we die zondag belden, had Foulon net een catechesesessie voor eerstecommunicantjes verzorgd. “Dat doe ik nu een tien jaar. Sinds kort neem ik er de vormselcatechese bij. Er is in de kerk een zekere armoede aan mensen die de zaak dragen en trekken. Dan kies ik ervoor aan boord te blijven en tracht ik iets toe te voegen. Ik ben van het principe: wat we kunnen doen, doen we.”
Dat principe kreeg ze mee van thuis, een geëngageerd katholiek gezin in West-Vlaanderen, waar ze leerde niet aan zichzelf maar aan anderen te denken. Bij haar studiekeuze kon Foulon alle richtingen uit. “Ik vroeg me vooral af waar ik iets voor mensen zou kunnen betekenen. Ik wou de wereld beter maken en zocht iets waarmee je op lange termijn zaken kan veranderen”, vertelt ze. Het werd de opleiding farmaceutische wetenschappen in Leuven, met het idee later aan ontwikkelingssamenwerking te doen. Het liep anders. “Maar wat ik nu doe, is helemaal mijn ding. Dat zou ik elke student aanraden: als je niet goed weet wat te kiezen, volg dan wat diep vanbinnen in jou leeft, ga voor je roeping. Op een gegeven moment kom je wel bij het juiste uit.”
De link tussen beroepsleven, engagement en geloof ligt voor Foulon in het fundamentele respect voor ieder mens. Ze vindt het niet makkelijk uit te leggen maar “om het met een groot woord te zeggen: er is het heilige in elk van ons – met alle beperkingen die we hebben en met al wat we hebben meegemaakt – dat je bereid maakt de ander verder te dragen, met hem mee op weg te gaan, ervoor te zorgen dat het leven voor iedereen goed is. Ergens is er iets in mij dat me in die richting drijft.” Foulon herkent die drijfveer bij meerdere collega’s. “Zoiets voel je gewoon. Wie gelooft – in welke mate ook –, draagt daar altijd de kiem van mee, al wordt het niet per se geëxpliciteerd.”