“Een knal. Een woord. Het Woord. Zo begint in haast elke cultuur de ontstaansmythe: met de trilling van geluid, van Logos, van Aum. De energie die op een bepaalde frequentie de stilte doorbreekt en met gepaste klank en luister de schepping in gang zet”, schrijft Virginie Platteau in haar essay voor Tertio (editie van 13 september 2017). “Wat is die stilte? Is ze meer dan louter leegte of de afwezigheid van geluid, nul decibel?”
“Compleet stil is het nooit. Er zijn zones op aarde met extreem weinig omgevingsgeluid, zoals Death Valley (Californië), waar het lange periodes bladstil kan zijn, zonder zelfs het ruisen van de wind. Maar de absolute stilte bestaat niet. Wie zich in een volledig akoestisch geïsoleerde ruimte laat opsluiten, zou na een tijd op de rand van de waanzin balanceren. Gek geworden door het oorverdovende geruis van eigen bloedsomloop en ademhaling, door spijsverteringsgeluiden en vooral omdat het gebrek aan externe geluidsprikkels ons de grenzen van onszelf doet verliezen.”
“De afwezigheid van geluid heeft zelf geen betekenis. Ze wordt er slechts mee opgeladen door wat eraan vooraf is gegaan, of door wat erop volgt. Nooit is die betekenis eenduidig, altijd is ze subjectief, voor interpretatie vatbaar. Het is een vacuüm dat per definitie niet kan worden opgevuld. Stilte is niet verhalend. Ze intensiveert het gevoel, maar vervaagt ons besef van tijd. Het is een kwetsbare, blootliggende leegte die soms kan provoceren door haar nutteloze, van betekenis verstoken “er zijn”. Elke muzikant of dichter heeft er wel op gewezen, van Claude Debussy tot Louis Armstrong: de stiltes zijn even belangrijk als de gespeelde noten. Die open ruimtes tussen de klanken of tussen de woorden zorgen precies voor ritme en metrum, voor betekenis. Ook poëzie werkt slechts bij gratie van pauzes en witregels. Stilte dringt zich niet op, maar verleent een gedicht veel van zijn kracht. MRI-scans laten overigens zien dat de hersenactiviteit bij het beluisteren van muziek het grootst is tijdens de stiltes. Stilte is een vrije zone, een ontvankelijke leegte die in ons dagelijkse leven vol geschreeuw en alomtegenwoordige ruis steeds schaarser wordt. In de verstomming, in de stilte van wat ons verstand te boven gaat, bevindt zich schoonheid, poëzie, verlangen. Maar hoe breng je die essentie ter sprake? Onvermijdelijk vervalt elke bedenking over stilte in een paradox. Wittgenstein wist het al: “Waarover je niet spreken kan, daarover moet je zwijgen”.
Abonneer of vraag een gratis proefnummer op www.tertio.be