De bijzondere Kamercommissie over het Belgisch koloniaal verleden wordt gemakshalve omschreven als de Congocommissie, maar daardoor dreigen Rwanda en Burundi naar de achtergrond te verdwijnen. “De commissie zelf heeft er wel aandacht voor, de media misschien minder”, reageert de Burundese priester Ferdinand Nduwimana (1979) in Tertio nr. 1.146 van 26 januari 2022. Op 1 juli is zijn land 60 jaar onafhankelijk, maar veel valt er volgens hem niet te vieren.
“De onafhankelijkheid begon niet in feestvreugde, maar in schok”, stelt Ferdinand Nduwimana. “De 29-jarige Louis Rwagasore had de eerste parlementsverkiezingen van ons land grandioos gewonnen en werd premier. Zijn vader Mwambutsa IV was nog altijd onze koning, maar die leefde in Zwitserland. De stembus had duidelijk gemaakt dat het volk de macht aan de eigen leiders wou teruggeven en dat de tijd van de Belgische voogdij voorbij was, maar op 13 oktober 1961 werd de prins vermoord. De koning en zijn zoon wisten ons volk te verenigen en iedereen stond achter hen. De mensen beschouwden Rwagasore als een redder. Die moord betekende het einde van onze monarchie. Sindsdien voelen we ons vaderloos en zijn we nooit zonder politieke spanningen geweest. In die omstandigheden waren we niet klaar voor de onafhankelijkheid, maar die kwam er toch in 1962.” De moraaltheoloog vervolgt dat Burundi sindsdien altijd weer rivaliteit kent tussen diverse etnieën, tussen Hutu’s en Tutsi’s.