In Vlaanderen wonen 7.756 kinderen, jongeren en volwassenen met een handicap en/of een psychiatrische problematiek in een pleeggezin. Vaak omdat hun ouders voor korte of langere tijd niet voor hen kunnen zorgen. Bijna 6.000 pleeggezinnen openen hun deuren en hun hart om deze mensen een veilig plekje te bieden. Tertio gaat op zoek naar de verhalen achter pleegzorgbegeleiders, pleegouders en pleegkinderen.
“Veruit de grote meerderheid van de plaatsingen gebeurt vrijwillig”, zegt communicatie- en wervingsmedewerker Nynke Neirynck van Pleegzorg Provincie Antwerpen. De vzw begeleidt en ondersteunt zowel de pleegkinderen als hun ouders en pleegouders. De provincie Antwerpen telt zo’n 1.900 pleeggezinnen. “Als je die cijfers zo ziet, denk je: ‘Dat is goed’, maar daartegenover staat een wachtlijst met ongeveer 950 kinderen in Vlaanderen die geen pleeggezin hebben”, stelt Neirynck. “We zien natuurlijk liever dat dat in evenwicht is.” Voor sommige doelgroepen is het extra lastig een plekje te vinden. Daartoe behoren kinderen met een beperking, maar ook broers en zussen die bij voorkeur niet van elkaar worden gescheiden.
Altijd boos
Diana Mulder en haar tweelingzus Stephanie (1991) vonden een thuis bij pleegvader Gerrit. Mulder stond bekend als het meisje dat altijd boos keek. Een foto genomen op haar achtste verjaardag toont hoe ze met een gezicht als een donderwolk de kaarsjes op de verjaardagstaart uitblaast. “Ik had altijd het gevoel dat het niet leuk mocht zijn”, zegt ze. “Als het leuk werd, ging het misschien fout en moest ik weer weg.” Met haar boek Diana. Het verhaal van een pleegkind hoopt Mulder de stilte te doorbreken en pleegkinderen een stem te geven. “Het klinkt misschien gek, maar uiteindelijk ben ik dankbaar dat ik zoveel heb meegemaakt”, zegt ze. “Anders had ik met mijn ervaringen nooit mensen kunnen helpen. Ik heb diep gezeten, maar ben er uiteindelijk uitgekomen.”
Man alleen
Gerrit, de pleegvader van Mulder, werkte 20 jaar lang in kindertehuizen in Nederland. Maar steeds sterker raakte hij ervan overtuigd dat zo’n setting niet ideaal is voor kinderen om op te groeien. “Pleegzorg leek me beter voor kinderen, en ook voor mijzelf”, zegt Gerrit, die alleen met zijn voornaam in Tertio wil. “Toen ik evenwel voor informatie naar Jeugdzorg belde, werd me zonder iets te vragen te kennen gegeven dat niemand zat te wachten om kinderen te plaatsen bij een man alleen.” Die reactie maakte dat hij zijn plannen in de ijskast zette. Dat veranderde na een vraag van een ex-collega. Ze was voogd geworden van de tweeling, maar het bleek niet gemakkelijk een pleeggezin te vinden dat bereid was Diana en Stephanie samen op te nemen. De meisjes scheiden was evenwel niet in hun belang. “Is dat niets voor jou?”, werd hem gevraagd. Aanvankelijk twijfelde Gerrit. “Kan ik het wel waarmaken?”, vroeg hij zich af. “Als het niet lukt, zorg ik voor nog een flink trauma bij de kinderen. En ga ik het financieel redden?” Nadat hij de voor- en nadelen tegen elkaar had afgewogen, hakte hij de knoop door. “Ik wist dat ik er spijt van zou krijgen als ik mijn hart niet volgde, en dus ben ik de uitdaging aangegaan.”
Gedrag als symptoom
Inge Vandeweege heeft ruime ervaring met leiderschap. Dagelijks geeft ze trainingen in communicatie en conflicthantering. Maar toen ze onverwacht pleegouder werd, bleken haar strategieën niet te werken. Dat leidde tot een zoektocht, uitmondend in het boek Een (h)echte uitdaging. “We moeten stoppen met vergeefse pogingen het contact van onze pleegkinderen onder controle te krijgen”, betoogt Vandeweege. “Beter is dat gedrag te zien als een symptoom.”
Bij het opvoeden wordt vaak de nadruk gelegd op het conditioneren van gedrag. Toen Vandeweege in 2010 een pleegkind kreeg, was dat ook haar insteek. Maar tot haar verrassing bleek de opvoedmethode die bij haar dochter vruchten had afgeworpen, bij haar pleegkinderen niet te werken. “Ik was zo druk bezig met opvoeden dat ik grotendeels voorbijging aan hun emotionele wereld”, constateert Vandeweege. “Een van de belangrijkste inzichten die je als pleegzorger best onthoudt, is dat het gedrag dat wij als lastig, overdreven of agressief ervaren, meestal een gevolg is van stress of angst.”
Verder lezen? Vraag een gratis proefnummer aan of neem een abonnement.