Blijf van grondwet af

Sinds de terreuraanslagen in Parijs en Brussel klinkt de roep onze westerse waarden sterker te verankeren in de grondwet. De politieke discussie hoe dat eventueel dient te gebeuren, woedt volop, want zowat iedereen heeft een ander voorstel.

“Ik denk dat het interessant zou zijn het laïcisme, de neutrale lekenstaat, in te schrijven in de grondwet”, opperde PS-oppositieleidster Laurette Onkelinx in Le Soir, weliswaar “ten persoonlijken titel”. Patrick  Dewael (Open VLD) bekende in De Zondag (26/6) al langer voorstander van zo’n grondwettelijke verankering van de strikte scheiding tussen kerk en staat te zijn. Hij richt zijn pijlen op alle religies. Met zijn Franstalige collega’s van de MR is hij er tevens van overtuigd dat een preambule op de grondwet nodig is. Ondertussen lanceerde de PS het idee een burgerforum met die opdracht te gelasten. Hendrik Vuye (N-VA) liet weten dat zijn partij de toevoeging verkiest van een artikel dat aangeeft dat God niet boven de wet kan staan. Wellicht borrelen nog suggesties op.

Tertio maakt een tussentijdse balans op met grondrechtenspecialist Jogchum Vrielink en CD&V-Kamerfractieleider Servais Verherstraeten, tevens rapporteur van de commissie over de herziening van de grondwet. Hun oordeel? Waarom veranderen wat goed is? Blijf van de grondwet af. Toch vinden ze het nuttig het debat te voeren en ons bewuster te worden van onze waarden en grondrechten.

“De grondwet dient onze vrijheden te beschermen in plaats van ze in te perken. Als je eender welk geloof naar de catacomben verbant of viseert, dan dreig je het radicalisme te voeden. Dat is toch niet wat we willen? Laten we dit debat liever benutten om het wederzijdse respect te voeden”, stelt Verherstraeten.

“Statements maak je niet met een grondwetherziening. Als je een boodschap wilt uitsturen, schrijf dan een opiniestuk of een boek. Bovendien getuigt het van een oppervlakkige logica te denken dat wetten ons gedrag zomaar sturen. Het tekort aan moraal wordt opgevangen met telkens nieuwe regeltjes, maar het recht dient niet om te moraliseren”, beklemtoont Vrielink.