Dicht bij de bron van de Velpe in het Vlaams-Brabantse Neervelp ligt al meer dan 300 jaar een oude herenboerderij die telkens van vader op zoon werd doorgegeven. Drie generaties delen er het erf. Vader Luc (1955) en zoon Bastiaan (1986) Dehertogh trekken ruim tijd uit voor een gesprek over de geneugten en de zorgen van het boerenbestaan.
Is het leven als boer sterk veranderd? En heeft het boerenbestaan aan romantiek ingeboet? Vader en zoon vinden van wel.
Luc: “Alles gaat vandaag zoveel sneller, vooral door de mechanisering. Vroeger zaaide ik 30 hectare tarwe in een week, vandaag is die klus geklaard in drie dagen. Ook de schaalvergroting vraagt om snellere processen en machines. Handwerk is niet meer betaalbaar. Het stukje fysiek werk dat nog rest, neem ik voor mijn rekening. Door de suikerbieten lopen bijvoorbeeld, om de slechte planten uit te trekken. Dat kan je niet machinaal doen. En ik herstel de machines. Sproeien gebeurt nu met de gps. Aan die nieuwste evoluties waag ik mij niet meer. In de perceptie van de mensen is de romantiek er wel af en dat doet pijn. Wij worden gezien als vervuilers. Niet dat wij het beeld van de boer op klompen met het rode sjaaltje genegen zijn, maar enige appreciatie en begrip zouden wel deugd doen. Mensen staan vandaag zo ver af van het boerenleven. Door de massale invoer zijn er nooit meer tekorten, zodat onze rol als voeders van de bevolking niet meer gewaardeerd wordt. Mensen liggen wakker van hun ecologische voetafdruk, maar hebben geen of weinig problemen met geïmporteerd voedsel uit andere werelddelen.”
Bastiaan: “Ach, romantiek. Ik voel me eigenlijk een bedrijfsleider, zoals elke andere zelfstandige. Toegegeven, als ik rondrijd en alles ligt er mooi bij, dan doet mij dat goed. Maar als ik werk, sta ik daar niet bij stil. Ik doe nog nauwelijks fysiek werk. Ik heb een zittende job, op de tractor of achter de computer! Misschien geniet ik te weinig van de schoonheid van het boerenleven…”
Lees het volledige interview in Tertio van deze week.