‘Er is geen vrouw meer en geen man.’ Wie dit hoort, denkt spontaan aan de hedendaagse discussie over genderneutraliteit. Daar kunnen we Paulus, die deze woorden rond het jaar 50 neerpende in zijn brief aan de Galaten, niet van verdenken. Toch bevat die uitspraak een voor zijn tijd ongehoorde revolutionaire potentie. Zeker wanneer je de hele zin leest: “Er is geen jood meer of geen heiden, geen slaaf of vrije.” Ze staan daar niet toevallig: in de geschiedenis zien we dat de ongelijkheid tussen man en vrouw tot slavernij leidt, die dan bovendien religieus-ethisch wordt gelegitimeerd. Paulus legt dynamiet onder de heersende opvattingen. Nochtans heeft het christelijke geloof geen goede faam als het gaat over vrouwenrechten. Velen houden de Kerk zelfs grotendeels verantwoordelijk voor de minderwaardige positie van vrouwen doorheen de geschiedenis.