Het is die tijd van het jaar: voor een bijzondere gedachte, een woord of een ritueel bij het verlies van geliefden. Vandaag hebben rouwenden nood aan een eigentijdse taal voor afscheid en verdriet. Traditie en individuele expressie hebben daarbij elk hun waarde en kunnen elkaar versterken.
Afscheid en verlies behoren tot de corebusiness van de Kerk. Lange tijd was zij in onze regio de enige zingever met een rijk assortiment aan taal, rituelen en kunstuitingen rond het levenseinde. Maar de secularisering bracht kapers op de kust. “Een divers aanbod van uitdrukkingsvormen is goed”, meent Antwerps bisschop Johan Bony. “De Kerk heeft een duidelijke opdracht: schoenmaker blijf bij uw leest, maar zorg dat het mooie schoenen zijn.”
Frisse traditie
En dat gebeurt. Het seculiere zoeken en vinden rond rouw en verlies zwengelt een nieuw elan aan in de Kerk. Op heel wat plaatsen wordt er inspirerend werk geleverd, zoals door YOT, een labo voor levensbeschouwing, zingeving en spiritualiteit. Zij zoeken permanent naar frisse vormen van geloofsbeleving. In de christelijke en andere tradities vinden zij nieuwe en vergeten rituelen die bijdragen tot verdieping en verbinding.
Nieuwe taal
Heel verdienstelijk is ook het Rouwwoordenboek van Babet Te Winkel. Zij schreef na de dood van haar moeder een boekje vol treffende neologismen, woorden om precies te kunnen zeggen hoe het met je gaat en te beschrijven wat je meemaakt nadat een geliefde je is ontvallen. Het Rouwwoordenboek kan voor velen een hulp zijn om het onuitspreekbare toch aan te kaarten dankzij een nieuwe taal.
Openingen in de stippellijn
Dergelijke initiatieven verheugen bisschop Bony: “Het woord zoekt naar openingen in de lijn tussen leven en dood. Die lijn is geen volle, zwarte streep, maar een stippellijn. Alle beelden en woorden die we gebruiken, proberen de openingen in die lijn te vinden: ze spreken van verbondenheid, van liefde, van ‘jij bent nog bij ons en wij zijn ergens bij jou’. Er loopt een rivier tussen het leven en de dood, maar misschien kunnen we er wel over. Wie weet liggen er stapstenen om aan de overkant te komen. De Kerk heeft daar eigen rituelen, woorden en verhalen voor, niet-christelijke contexten hebben er andere. Maar allemaal zijn ze op zoek naar de openingen in de stippellijn.”
Vieren van wat was
Ook de andere kunstvormen vinden in afscheid-nemen een sterk thema. Momenteel loopt bij Parcum in Leuven de tentoonstelling Lost Heartbeats van grafisch ontwerper en vormgever Stijn D’Hondt. Hij liet zich inspireren door onderzoek dat vaststelde dat je rouw kan zien op een hartcurve. Wanneer je verdriet voelt, klopt je hart anders. Die wetenschappelijke vaststelling combineerde hij met een fantasierijke vormgeving tot een kleurrijk universum. Daarmee wil D’Hondt het taboe rond rouwen doorbreken en vieren wat geweest is.
Lees het volledige dossier over nieuwe rouwtaal in Tertio van deze week.
Nog geen abonnee? Abonneer of vraag een proefnummer via www.tertio.be